- Aanlandige wind
- Wind die naar het land toe komt, zorgt voor kleinere temperatuurverschillen
- Aflandige wind
- Wind die van het land af komt, zorgt voor grotere temperatuurverschillen
- Brede liggingen
- Hoe ver een plaats van de evenaar ligt, beïnvloedt de temperatuur
- Condensatie
- Proces waarbij waterdamp afkoelt en verandert in waterdruppels
- Frontale regen
- Neerslag die ontstaat wanneer warme en koude lucht elkaar ontmoeten
- Hoogte ligging
- Hoe hoger, hoe kouder het is
- Ligging van gebergten
- Gebergten kunnen warme of koude lucht tegenhouden
- Lijzijde
- De droge kant van de berg
- Loefzijde
- De kant van de berg waar neerslag valt
- Stijgingsregen
- Neerslag die ontstaat door snelle opstijging van vochtige lucht bij de evenaar
- Stuwingsregen
- Neerslag die ontstaat wanneer vochtige lucht tegen een berg op wordt geduwd
- Temperatuurverschillen boven land en zee
- Temperatuurverschillen zijn groter boven land dan boven zee
- Zeestromen
- Warme zeestromen voeren warmte en vochtige lucht aan, koude zeestromen voeren koelte en drogere lucht aan