- Alfabetiseringsgraad
- Het percentage van de bevolking dat kan lezen en schrijven.
- Beroepsbevolking
- Het deel van de bevolking dat in staat is om te werken en actief deelneemt aan het arbeidsproces.
- Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd / Bruto Nationaal Product (BNP) per hoofd
- De totale waarde van alle goederen en diensten die in een land in een jaar worden geproduceerd, gedeeld door het aantal inwoners. "BNP per hoofd is een belangrijke indicator voor welvaart van een land
BBP en BNP zijn hetzelfde begrip."
- Handelsbalans
- Het verschil tussen de waarden van de export en de import van goederen en diensten van een land.
- Human Development Index (HDI)
- Een samengestelde index die de gemiddelde prestaties van een land meet op het gebied van gezondheid, onderwijs en inkomen.
- Informele sector
- Economische activiteiten die niet officieel geregistreerd zijn en daardoor buiten de formele economie vallen.
- Koopkracht
- De hoeveelheid goederen en diensten die je met een bepaalde hoeveelheid geld kunt kopen.
- Levensverwachting
- De gemiddelde leeftijd die mensen in een bepaald gebied kunnen verwachten te bereiken.
- Regionale ongelijkheid
- Verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen verschillende gebieden binnen een land.
- Sociale ongelijkheid
- Verschillen in welvaart en levensomstandigheden tussen verschillende groepen mensen.
- Welvaart
- De mate waarin de materiële behoeften van mensen worden bevredigd.
- Welzijn
- De mate van tevredenheid en geluk in het leven van mensen.
- Zelfvoorzienende landbouw
- Landbouw waarbij de boer produceert voor eigen gebruik of dat van zijn directe omgeving (bv. dorp) en niet voor de (export)markt.
- Zuigelingensterfte
- Het aantal kinderen dat sterft voordat ze de leeftijd van één jaar bereiken, per duizend levendgeborenen.