- Centrum-periferiemodel
- Een model dat de 'ongelijke' uitwisseling van goederen, arbeid en kapitaal tussen rijke en arme landen beschrijft.
- Economische ontwikkeling
- De groei en verandering in de economie van een land, vaak gemeten in termen van welvaart (uitgedrukt in bv. in BBP per hoofd) en levensstandaard (uitgedrukt in bv. HDI, Human Development Index).
- Externe factoren
- Redenen die te maken hebben met de relatie van een land met andere landen, zoals handelsrelaties en koloniale geschiedenis.
- Handelsbalans
- Het verschil tussen de waarde van de export en import van een land.
- Infrastructuur
- De basisvoorzieningen die nodig zijn voor economische activiteiten en verplaatsing van mensen en goederen, bijvoorbeeld wegen, spoorwegen, mainports, kabels en leidingen, ICT-verbindingen etc.
- Internationale arbeidsverdeling
- De manier waarop de productie van goederen en diensten wereldwijd is georganiseerd en verdeeld.
- Interne factoren
- Redenen die binnen een land zelf liggen en de welvaart beïnvloeden, zoals natuurlijke ligging en (kwaliteit van het) bestuur van een land.
- Kolonialisme
- Een systeem waarin een land zijn macht uitbreidt door andere gebieden te veroveren en te beheersen.
- Relatieve ligging
- De positie van een land ten opzichte van andere landen of belangrijke steden.
- Welvaart
- De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien met de beschikbare middelen.