Nectar - 5 havo - Hoofdstuk 9 - Erfelijkheid
Woorden in deze lijst (37)
Origineel
- aangeboren
- De eigenschappen die je bij je geboorte hebt.
- allel
- variant van een gen
- autosomale overerving
- overerving van allelen via de autosomen
- autosomen
- alle chromosomen, behalve de geslachtschromosomen X en Y
- celdifferentiatie
- vormverandering van cellen, passend bij de functie
- codominant
- Meerdere allelen komen in het fenotype volledig tot uitdrukking, ze zijn beide dominant. Bijvoorbeeld zijn de bloedgroepallelen IA, IB en i, waarbij het genotype IAIB leidt tot bloedgroep AB en bijvoorbeeld genotype IAi tot bloedgroep A.
- dominant allel
- overheersend allel bij een heterozygoot
- drager
- heterozygoot individu. Door het dominante allel komt het recessieve allel niet in het fenotype tot uiting. Het recessieve allel kan wel worden doorgegeven aan de nakomelingen.
- embryoselectie
- het selecteren van een embryo zonder genetische aandoening bij ivf
- F1
- de eerste generatie van nakomelingen van de P-generatie
- F2
- de tweede generatie van nakomelingen van de P-generatie
- fenotype
- waarneembare eigenschappen van een individu, ontstaan door een samenspel van genotype en milieu
- gekoppelde overerving
- allelen die op hetzelfde chromosoom liggen
- gen
- een stukje DNA met informatie voor een bepaalde eigenschap
- genetische modificatie
- De techniek om een stukje DNA van het ene organisme in het andere te brengen.
- genexpressie
- Het omzetten van de genetische code in het DNA via een RNA-afschrift naar eiwitten.
- genoom
- het DNA van een organisme in de celkern en in de mitochondriën
- genotype
- alle allelen van een organisme samen
- gentherapie
- Het inbrengen van een gezond allel bij een organisme met een aandoening om cellen weer normaal te laten functioneren.
- geslachtschromosomen
- Het X- en Y-chromosoom, bij de mens heeft een vrouw XX en een man XY.
- heterozygoot
- beide allelen op de homoloog chromosomen zijn verschillend
- homologe chromosomen
- Paren chromosomen die twee aan twee aan elkaar gelijk zijn. Bevatten informatie over dezelfde onderwerpen. Een van beide chromosomen is afkomstig van moeder; de andere van vader.
- homozygoot
- beide allelen op de homoloog chromosomen zijn hetzelfde
- intermediair fenotype
- Het fenotype is een mengvorm van beide allelen.
- karyogram
- chromosomenportret
- karyotype
- een weergave van het aantal chromosomen in een kern, bijvoorbeeld 46,XY of 47,XX,+21
- letale allelen
- Allelen die, als ze homozygoot aanwezig zijn, ernstige afwijkingen veroorzaken aan een embryo.
- monohybride kruising
- een kruising met de overerving van slechts één eigenschap
- multiple allelen
- meerdere allelen van een gen
- onvolledige dominantie
- Het dominante allel is niet voor 100% dominant over het recessieve allel. Daardoor komt een deel van de eigenschap van het recessieve allel tot uiting in het fenotype bij een heterozygoot genotype.
- P
- De oudergeneratie waarmee een kruising start.
- recessief allel
- onderdrukt allel bij een heterozygoot
- regulatorgen
- Een gen in het DNA dat de genexpressie stuurt door structuurgenen aan of uit te zetten.
- stamboom
- Een schema van de familie van een individu. In een stamboom kan een erfelijke eigenschap worden weergegeven.
- structuurgen
- Een gen in het DNA dat RNA kan maken voor de eiwitsynthese.
- trisomie
- Van een chromosomenpaar zijn niet twee, maar drie exemplaren aanwezig.
- X-chromosomale overerving
- overerving van allelen via het X-chromosoom