Vocabulario leerjaar 3 thema 4 - werkwoorden

47keer geoefend
Woorden in deze lijst (50)
Origineel
- abrir
- openen
- aprender
- leren
- ayudar
- helpen
- beber
- drinken
- comer
- eten
- conocer
- kennen, leren kennen
- continuar
- doorgaan
- dar
- geven
- deber
- moeten
- decir (i)
- zeggen, spreken
- dormir (ue)
- slapen
- empezar (ie)
- beginnen
- encontrar (ue)
- vinden
- entender (ie)
- begrijpen
- entrar
- naar binnen gaan
- enviar
- versturen, sturen
- escuchar
- luisteren (naar)
- escribir
- schrijven
- esperar
- wachten op; hopen
- estar
- zijn, zich bevinden
- hablar
- spreken, praten
- hacer
- doen; maken
- hay (haber)
- er is, er zijn
- ir
- gaan
- leer
- lezen
- llamar
- roepen; bellen
- llamarse
- heten
- llegar
- aankomen
- llevar
- brengen
- mirar
- kijken
- morir (ue)
- sterven
- oír
- horen
- pasar
- gaan door, komen door
- pedir (i)
- vragen; bestellen
- pensar (ie)
- denken
- poder (ue)
- kunnen, mogen
- poner
- leggen, (neer)zetten
- querer (ie)
- willen
- recordar (ue)
- zich herinneren
- saber
- weten; kunnen
- salir
- weggaan, vertrekken; uitgaan
- sentir(se) (ie)
- (zich) voelen
- ser
- zijn
- tener (ie)
- hebben
- terminar
- eindigen, stoppen
- trabajar
- werken
- venir (ie)
- komen
- ver
- zien
- vivir
- leven; wonen
- volver (ue)
- teruggaan, terugkomen