Neue Kontakte Lernliste N-D, D-N K5

3keer geoefend
Woorden in deze lijst (101)
Origineel
- der Teller
- het bord
- die Teller
- de borden
- der Durst
- de dorst
- der Hunger
- de honger
- der Kaffee
- de koffie
- der Löffel
- de lepel
- die Löffel
- de lepels
- der Pfeffer
- de peper
- der Reis
- de rijst
- der Orangensaft
- de sinaasappelsap
- der Zucker
- de suiker
- der Kuchen
- de taart
- der Tee
- de thee
- der Nachtisch
- het toetje
- die Cola
- de cola
- die Flasche
- de fles
- die Flaschen
- de flessen
- die Tasse
- het kopje
- die Tassen
- de kopjes
- die Speisekarte
- de menukaart
- die Rechnung
- de rekening
- die Soße
- de saus/de jus
- die Sahne
- de slagroom
- die Suppe
- de soep
- die Suppen
- de soepen
- die Gabel
- de vork
- die Gabeln
- de vorken
- das Abendessen
- het avondeten
- das Besteck
- het bestek
- das Brot
- het brood
- die Brote
- de broden
- das Essen
- het eten
- das Glas
- het glas
- die Gläser
- de glazen
- das Eis
- het ijs
- das Messer
- het mes
- die Messer
- de messen
- das Mittagessen
- het middageten
- das Frühstück
- het ontbijt
- das Restaurant
- het restaurant
- die Restaurants
- de restaurants
- das Schnitzel
- de schnitzel
- die Schnitzel
- de schnitzels
- das Wasser
- het water
- das Salz
- het zout
- die Kartoffeln
- de aardappelen
- die Nudeln
- de pasta
- die Pommes
- de patatjes/de frietjes
- bestellen
- bestellen
- trinken
- drinken
- getrunken
- gedronken
- essen
- eten
- gegessen
- gegeten
- nehmen
- nemen
- genommen
- genomen
- schmecken
- smaken
- genug
- genoeg
- heiß
- heet
- kalt
- koud
- scharf
- scherp/pikant
- warm
- warm
- süß
- zoet
- sauer
- zuur
- dazu
- erbij
- ohne
- zonder
- bitte
- alstublieft
- danke
- dank u wel
- Guten Appetit!
- Eet smakelijk!
- Entschuldigen Sie bitte!
- Neemt u mij niet kwalijk!
- Entschuldiging!
- Pardon!
- der Salat
- de sla
- der Fisch
- de vis
- die Karotte
- de wortel
- die Karotten
- de wortels
- das Obst
- het fruit
- das Gemüse
- de groente
- das Fleisch
- het vlees
- das Getreide
- het graan
- herstellen
- produceren
- die Zutat
- het ingrediënt
- brauchen
- nodig hebben
- die Geschwindigkeit
- de snelheid
- die Ausbildung
- de opleiding
- der Imbiss
- de snackbar
- auswählen
- kiezen
- entweder/oder
- of
- satt sein
- vol zitten
- begeistert
- enthousiast
- trotzdem
- desondanks
- ganz
- heel
- duften
- lekker ruiken
- bald
- binnenkort
- jemanden überraschen
- iemand verrassen
- empfehlen
- aanbevelen
- und zwar
- en wel
- zubereiten
- voorbereiden
- es gibt
- er is/er zijn
- zum Beispiel
- bijvoorbeeld
- manchmal
- soms
- sogar
- zelfs
- die Marmelade
- de jam