Nectar - 1 vmbo-t/havo - Hoofdstuk 3 - Waarnemen
Woorden in deze lijst (79)
Origineel
- accommoderen
- het platter en boller worden van de ooglens
- bewegingszenuwen
- zenuwen die vanaf de hersenen naar spieren lopen
- bewust
- als je merkt wat je precies waarneemt; je wordt je bewust als het bericht uit een zintuig in de hersenen is aangekomen
- bijziend
- als je alleen van dichtbij scherp kunt zien (te lange oogbol); je krijgt dan een bril met holle lenzen
- blinde vlek
- plaats waar de oogzenuw aan de oogbol zit; hier zit geen netvlies
- bolle lens
- hiermee zie je voorwerpen van dichtbij scherp: een +bril heeft bolle lenzen
- bovenste gehoorgrens
- de hoogste toon die organismen kunnen horen; voor mensen is deze 20 000 Hz
- buis van Eustachius
- buis die trommelholte en keelholte met elkaar verbindt; regelt dat de aan beide kanten van het trommelvlies even hard tegen het trommelvlies drukt
- decibels
- je meet de geluidssterkte in aantal decibels
- diepte zien
- doordat je met je linkeroog een iets ander beeld waarneemt dan met je rechteroog
- gehoorbeentjes
- hamer, aambeeld, stijgbeugel; geven de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis
- gehoorbereik
- bereik van het gehoor van organismen; voor mensen ligt deze tussen de 20 en 20 000 Hz
- gehoorgang
- hierin komt het opgevangen geluid vanuit de oorschelpen
- gehoorzenuw
- hierdoor gaan berichten vanuit het slakkenhuis naar je hersenen
- gehoorzintuig
- in het oor; is gevoelig voor de prikkel ‘geluid’
- gele vlek
- deel van het netvlies met veel kegeltjes; met dat deel zie je het best
- geluid
- trillende lucht; prikkel voor het slakkenhuis (gehoorzintuig) in je oren
- geluidssterkte
- hoe hard het geluid is; je meet de sterkte van het geluid in decibels
- geurstoffen
- stoffen in de lucht, die het reukzintuig in de neus prikkelen; ook voedingsmiddelen geven geurstoffen af
- gevoelszenuwen
- zenuwen die vanaf zenuwen naar de hersenen lopen
- glasachtig lichaam
- soort gevulling van het oog
- harde oogvlies
- de buitenste laag van het oog; beschermt alles wat binnenin het oog ligt
- hersencentrum
- deel van de hersenschors van de grote hersenen waar de impulsen uit zintuigen verwerkt worden (bewustwording) of waar bewegingen als reactie op waarnemingen ontstaan
- hersenen
- orgaan waar de berichten vanuit je zintuigen aankomen; in de hersenen word je je bewust van wat je waarneemt en met je hersenen beslis je hoe je reageert
- hertz
- bij geluid; aantal trillingen per seconde
- holle lens
- hiermee zie je voorwerpen van veraf scherp; een –bril heeft holle lenzen
- hoornvlies
- doorzichtige deel van het harde oogvlies
- impulsen
- ontstaan in een zintuig uit een prikkel; impulsen gaan via zenuwen naar je hersenen en vanuit je hersenen gaan impulsen via zenuwen naar je spieren
- iris
- gekleurde deel van het vaatvlies
- kegeltjes
- zintuigcellen in het netvlies voor het zien van kleuren; er zijn drie typen: voor rood licht, voor blauw licht en voor groen licht
- koudezintuigen
- zintuigen in je huid,tong,lippen en mond; zijn gevoelig voor de prikkel ‘lagere temperatuur’
- lens
- zorgt voor een scherp beeld op het netvlies
- lichtzintuig
- ander woord voor gezichtszintuig; het netvlies in elk oog, waarmee je de prikkel ‘licht’ opvangt
- middenoorontsteking
- de trommelholte raakt ontstoken door ziekteverwekkers, die bijvoorbeeld via de buis van Eustachius in de trommelholte komen
- netvlies
- de binnenste laag in het oog; het lichtzintuig met daarin de lichtgevoelige zintuigcellen
- neusslijmvlies
- zit in je neusholte en houdt de neusholte vochtig; bovenin zit het reukzintuig
- onderste gehoorgrens
- laagste toon die organismen kunnen horen; voor mensen is deze 20 Hz
- oogkassen
- holtes in je schedel waarin je ogen zitten
- oogleden
- verspreiden traanvocht over je ogen en beschermen je ogen tegen stof en zweet
- oogwit
- ligt om de iris heen; is het deel van het harde oogvlies dat je kunt zien
- oogzenuw
- hierdoor gaan berichten vanuit het netvlies naar de hersenen
- oorschelp
- deel van het oor dat je aan de buitenkant ziet; vangt geluidstrillingen op
- oorsmeerklieren
- kliertjes in de gehoorgang die oorsmeer maken; oorsmeer houdt het trommelvlies soepel houdt en beschermt het binnenste van het oor tegen uitdroging en vuil
- pijnzintuigen
- in de huid en andere plekken van je lichaam; zijn gevoelig voor de prikkel ‘pijn’
- platte lens
- hiermee zie je voorwerpen van veraf scherp
- prikkel
- informatie uit je omgeving; verandering waarop een organisme kan reageren
- proeven
- de hersenen voegen de informatie van je smaakzintuigen en van je reukzintuig samen
- pupil
- opening in de iris; wordt bij weinig licht groter en bij veel licht kleiner
- pupilreflex
- groter worden van je pupillen bij weinig licht en kleiner worden van je pupillen bij veel licht
- reageren
- iets doen na verwerking van berichten uit de zintuigen
- reukzintuig
- ligt in het neusslijmvlies boven je neus; is gevoelig voor de prikkel ‘geur’
- ruggenmerg
- deel van het zenuwstelsel dat in de wervelkolom ligt; via je ruggenmerg gaan berichten van zintuigen naar de hersenen en van de hersenen naar spieren
- slakkenhuis
- dit is het gehoorzintuig; hierin zit vloeistof en zintuigcellen met haartjes die trillingen omzetten in berichten voor de hersenen
- smaakpapillen
- uitsteeksels op de tong, waaruit de smaakzintuigen liggen
- smaakstoffen
- stoffen in je eten die de smaakzintuigen op de tong prikkelen
- smaakzintuigen
- zintuigen op je tong waarmee je zout, zuur, zoet, bitter en umami (hartig) waarneemt; voor elke smaak is er één soort smaakzintuig
- staafjes
- zintuigcellen in het netvlies die ’s avonds en ’s nachts bij weinig licht werken en waarmee je zwart, wit en grijstinten ziet
- straallichaam
- kringspier om de ooglens, die de lens boller en platter kan maken
- tastzintuigen
- zintuigen in je huid, tong, lippen en mond; zijn gevoeliger voor de prikkel 'hoe voelt een voorwerp aan'
- traanbuis
- hierdoor stroomt traanvocht vanuit je ogen naar je neus
- traanklier
- een klier boven je oog; maakt traanvocht dat je ogen tegen uitdrogen beschermt en het stof wegspoelt
- traanvocht
- vocht uit traanklieren; voorkomt uitdrogen van het oog en spoelt stof en vuiltjes weg
- trommelholte
- holte achter het trommelvlies waarin de gehoorbeentjes liggen
- trommelvlies
- dun ‘vel’ dat aan het einde van de gehoorgang ligt en gaat trillen door geluidstrillingen
- umami
- hartige smaak van voedsel; de smaak van vlees
- vaatvlies
- de middelste laag in het oog, waarin veel bloedvaatjes liggen
- verziend
- als je alleen in de verte scherp kunt zien (te korte oogbol); je krijgt dan een bril met bolle lenzen
- warmtezintuigen
- zintuigen in de huid, tong, lippen en mondholte; zijn gevoelig voor de prikkel ‘hogere temperatuur’
- wenkbrauwen
- haren boven je ogen, die je ogen tegen stof en zweet beschermen
- wimpers
- haren aan de oogleden, die je ogen tegen stof en zweet beschermen
- zenuwen
- dunne ‘draden’ in je lichaam die berichten vervoeren
- zenuwstelsel
- bestaat uit zenuwen, ruggenmerg en hersenen
- zintuigen
- (delen van) organen die prikkels opvangen en omzetten in berichten voor de hersenen
- facetogen
- aantal piepkleine oogjes tegen elkaar aan bij insecten; elk oogje ziet een apart beeld, waardoor een insect een mozaïek van stipjes ziet
- gezichtsveld
- hoeveel je van de omgeving ziet; prooidieren hebben een groot gezichtsveld
- kegeltjes
- zintuigcellen in het netvlies voor het zien van kleuren; mensen hebben drie typen (voor rood, blauw en groen licht)
- oogvlekken
- groepjes lichtgevoelige cellen, dus geen echte ogen; bijvoorbeeld bij wormen
- staafjes
- zintuigcellen in het netvlies die ’s avonds en ’s nachts werken; nachtdieren hebben extra veel staafjes in hun netvlies
- ultraviolette straling
- voor mensen onzichtbare straling van de zon, maar bijen kunnen het wel zien; door uv-straling zien bijen een honingmerk in een bloem