new interface hoofdstuk 5, 6

0keer geoefend
Woorden in deze lijst (169)
Origineel
- accident
- ongeluk
- beat
- overtreffen/verslaan
- cheer on
- aanmoedigen
- expect
- verwachten
- finish
- eindigen
- grateful
- dankbaar
- horse-riding
- paardrijden
- incredible
- ongelooflijk
- in front
- vooraan
- medal
- medaille
- nervous
- zenuwachtig
- noise
- lawaai
- PE
- gymles/gymnastiek
- previously
- eerder/voorheen
- shout
- schreeuwen
- spend
- doorbrengen
- stay
- blijven
- pool
- zwembad
- take part
- deelnemen/meedoen
- wake up
- wakker worden
- wheelchair
- rolstoel
- wish
- wensen
- against
- tegen
- attend
- bijwonen/aanwezig zijn bij
- audience
- publiek
- delayed
- vertraagd
- deserve
- verdienen
- dozen
- dozijn
- event
- evenement/gebeurtenis
- game
- wedstrijd
- hardly
- bijna niet
- jump
- springen
- large
- groot
- manage
- erin slagen
- match
- wedstrijd
- miss
- missen
- nearly
- bijna
- passionate
- enthousiast/hartstochtelijk
- reach
- bereiken
- rush
- zich haasten
- spectacular
- spectaculair
- twice
- twee keer
- when
- toen
- achievement
- prestatie
- almost
- bijna
- athlete
- atleet/sporter
- become
- worden
- calendar
- kalender/agenda
- compete
- strijden
- course
- baan
- depend
- ervan afhangen
- discover
- ontdekken
- distance
- afstand
- event
- onderdeel (van een sport)
- fall
- vallen
- forwards
- vooruit
- hold
- vasthouden
- position
- positie/houding
- record
- vastleggen
- represent
- vertegenwoordigen
- still
- toch
- treat
- traktatie
- up
- omhoog
- viewers
- kijkers
- afterwards
- later/daarna
- baseball
- honkbal
- besides
- bovendien
- brain
- hersenen
- bring
- meenemen/brengen
- catch
- (op)vangen
- checkmate
- schaakmat
- exercise
- oefening
- improve
- verbeteren
- indoors
- binnen
- involve
- met zich meebrengen/betekenen
- league
- klasse/competitie
- move
- beweging
- opponent
- tegenstander
- physical
- fysiek/lichamelijk
- player
- speler
- shooting
- schietpartij
- skill
- vaardigheid
- teach
- leren
- well
- goed
- wrestling
- worstelen
- bite
- bijten
- calm
- rustig/kalm
- careless
- roekeloos/onvoorzichtig
- close
- dichtbij
- damage
- beschadigen
- enclosure
- omheind stuk land
- entrance
- ingang
- experience
- ervaring
- feed
- voeren
- hurt
- verwonden/pijn doen
- lively
- levendig
- loud
- luid(ruchtig)
- monkey
- aap
- notice
- merken
- pull
- trekken(aan)
- scratch
- krabben
- scream
- gillen/schreeuwen
- shut
- sluiten/dichtdoen
- steal
- stelen
- terrified
- doodsbang
- threatened
- bedreigd
- touch
- aanraken
- warning
- waarschuwing
- bark
- blaffen
- basket
- mand
- chase
- achtervolgen/achterna rennen
- energetic
- actief/energiek
- forget
- vergeten
- gentle
- zachtaardig
- lead
- hondenriem
- leave
- verlaten/vertrekken
- mind
- oppassen
- notebook
- notitieblokje/notitieboekje/schrift
- notes
- aantekeningen
- off
- (van)af
- owner
- eigenaar
- paw
- poot
- pond
- vijver
- snappy
- bijtgraag
- stick
- stok
- stray
- zwerfhond
- tail
- staart
- watch out
- uitkijken
- attic
- zolder
- buzz
- zoemen
- cruel
- wreed
- deal with
- iets doen aan
- disease
- ziekte
- harmful
- schadelijk
- inspect
- inspecteren
- mousetrap
- muizenval
- nasty
- onprettig/onaangenaam
- pest
- ongedierte
- poison
- gif
- prevent
- voorkomen
- recognise
- herkennen
- remove
- verwijderen
- rubbish
- afval
- safety
- veiligheid
- spray
- spuiten
- spread
- (zich) verspreiden
- sting
- steken
- through
- (er)door(heen)
- wasp
- wesp
- bush
- struik
- cage
- kooi
- clean
- schoonmaken
- cross
- boos
- get
- kopen/aanschaffen
- grunt
- knorren
- hide
- (zich) verstoppen
- lean
- buigen/leunen
- lizard
- hagedis
- mean
- bedoelen
- nuisance
- lastpak
- once
- één keer/ooit
- pet
- huisdier
- pig
- varken
- rabbit
- konijn
- reptiles
- reptiel
- rescue
- redden
- squirrel
- eekhoorn
- wet
- nat
- wonder
- zich afvragen