New Interface - 1 vmbo BK - Deel A - Phrases 2.4 - nummer 60- Speaking - Lesson 4 - Unit 2 Music
Woorden in deze lijst (9)
Origineel
- Are you OK?
- Gaat het goed met je?
- I'm fine, thanks.
- Het gaat goed, dank je.
- How are you?
- Hoe gaat het met je?
- I'm great.
- Het gaat geweldig.
- He is very tall.
- Hij is heel lang.
- He has got black hair.
- Hij heeft zwart haar.
- He has got brown eyes.
- Hij heeft bruine ogen.
- She's thin.
- Zij is dun.
- She has got glasses.
- Ze draagt een bril.
