unité 4 apprender 1 en 2

1keer geoefend
Woorden in deze lijst (30)
Origineel
- arriver
- aankomen
- partir
- vertrekken
- voyager
- reizen
- la route
- de weg
- l'autoroute
- de snelweg
- la gare
- het station
- l'aéroport
- het vliegveld
- la station
- de halte
- l'avion
- het vliegtuig
- le train
- de trein
- la voiture
- de auto
- le bateau
- de boot
- le temps
- het weer
- la visite
- het bezoek
- en voiture
- met de auto
- en train
- met de trein
- en bateau
- met de vliegtuig
- en vélo
- met de fiets
- à pied
- te voet/ lopend
- le voyage
- de reis
- le journal
- het dagboek
- le départ
- het vertrek
- l'arrivée
- de aankomst
- rouler
- rijden
- le péage
- de tol
- le bouchon
- de file
- la déviation
- de omleiding
- la voiture
- het bord
- la station-service
- het tankstation
- sortir
- uitgaan, naar buiten gaan