5 HERHALING Aarde
Woorden in deze lijst (78)
Origineel
- actualiteitsprincipe
- Het idee dat natuurlijke processen zoals ze tegenwoordig verlopen dat in het verleden op dezelfde wijze hebben gedaan.
- asthenosfeer
- Het gedeelte van de mantel dat gedeeltelijk vloeibaar is en waar de lithosfeer overheen beweegt.
- aride zone
- Landschapszone gekenmerkt door een lage nuttige neerslag, waardoor woestijn en steppe overheersen.
- atmosferische circulatie
- Algemeen systeem van luchtstromen op aarde en de daarbij behorende lage- en hogedrukgebieden.
- basalt
- Stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in oceanische korst voorkomt.
- boreale zone
- Landschapszone gekenmerkt door grote verschillen in temperatuur tussen zomer en winter, waarbij de winters koud zijn. Er groeit hier hoofdzakelijk naaldwoud.
- breukgebergte
- Gebergte dat ontstaat wanneer langs een breuk een deel van de aardkorst wegzakt of een ander deel omhoogkomt.
- caldera
- Een grote cirkelvormige krater ontstaan nadat het bovenste deel van de vulkaan is weggeblazen na een zeer krachtige eruptie of is ingestort na het snel leeglopen van de magmakamer.
- chemische verwering
- Het oplossen van gesteente door de inwerking van water, zuren en zuurstof.
- convectiestromen
- Stromingen van vloeibaar gesteente in de aardmantel ontstaan door de afgifte van warmte vanuit de aardkern.
- convergente plaatgrens
- De plaatgrens waarbij aardplaten naar elkaar bewegen.
- corioliseffect
- Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond is deze afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links.
- delta
- Monding van een rivier waar netto sediment wordt afgezet.
- diepwaterpomp
- Proces waarbij koud en zout water zinkt, hetgeen de thermohaliene circulatie aandrijft.
- diepzeetrog
- De diepste plaatsen in de zeebodem die ontstaan waar oceanische korst onder continentale korst wordt geduwd.
- divergente plaatgrens
- De plaatgrens waarbij aardplaten uit elkaar bewegen.
- effusieve eruptie
- Een vulkaanuitbarsting met een rustig verloop.
- erosie
- De uitschurende werking van water, wind of ijs dat in beweging is.
- explosieve eruptie
- Een explosief verlopende uitbarsting van een vulkaan.
- fysische verwering
- Het verbrokkelen van gesteente door het bevriezen van water, temperatuurwisselingen of de werking van wortels.
- gematigde zone
- Landschapszone gekenmerkt door milde winters, koele zomers en voldoende vocht, waardoor er loofbossen groeien. Momenteel dichtbevolkt en in hoge mate in gebruik door de landbouw.
- geologische tijdschaal
- De indeling van de geschiedenis van de aarde in tijdvakken.
- gesteentekringloop
- De kringloop van gesteente, dat wil zeggen de doorgaande omvorming tussen stollingsgesteente, sedimentgesteente en metamorf gesteente.
- graniet
- Stollingsgesteente dat ondergronds stolt bij intrusies.
- hogedrukgebied
- Een gebied met een hoge luchtdruk, dat ontstaat doordat lucht daalt.
- horst
- Een stuk aardkorst dat langs een breuk omhoog is gekomen.
- hotspot
- Plekken op aarde waar in de aardmantel pluimen van zeer heet magma omhoog komen.
- hydrologische kringloop
- De kringloop van het water.
- intensiteit (van een aardbeving)
- De sterkte van een aardbeving gemeten aan de hand van de hoeveelheid schade.
- intertropische convergentiezone (ITCZ)
- Lagedrukgebied rond de evenaar.
- kalksteen
- Sedimentgesteente dat ontstaat door het samenpersen van schelpen en kalkskeletten.
- klimaatfactoren
- Oorzaken voor klimaatverschillen.
- klimaatgebied
- Groot gebied met sterke overeenkomsten in klimaat.
- koude zeestroom
- Zeestroom die afkomstig is uit een kouder gebied.
- lagedrukgebied
- Een gebied met een lage luchtdruk, dat ontstaat doordat lucht opstijgt.
- landschapszone
- Een zeer groot natuurlijk gebied waarvan de aard bepaald wordt door de unieke combinatie van de geofactoren klimaat en plantengroei.
- leisteen
- Metamorf gesteente dat ontstaat uit schalie.
- lithosfeer
- De aardkorst en het bovenste deel van de aardmantel die samen als aardplaten bewegen.
- magnitude (van een aardbeving)
- De sterkte van een aardbeving gemeten aan de hand van de hoeveelheid vrijgekomen energie.
- marmer
- Metamorf gesteente dat ontstaat uit kalksteen.
- massa beweging
- Het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente.
- mechanische verwering
- Het verbrokkelen van gesteente door het bevriezen van water, temperatuurwisselingen of de werking van wortels. Ook wel fysische verwering.
- metamorf gesteente
- Gesteente dat ontstaat doordat bestaand gesteente onder invloed van hoge temperatuur en grote druk langzaam wordt vervormd.
- midoceanische rug
- Een wereldwijd aaneengesloten 'onderwatergebergte' op de oceaanbodem, ontstaan doordat oceanische korst uit elkaar drijft.
- moesson
- Wind die van de subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait, die vervolgens kruist en van richting verandert. Op het noordelijk halfrond komt de moesson uit het zuidwesten, op het zuidelijk halfrond uit het noordwesten.
- morene
- Materiaal dat door een gletsjer wordt neergelegd.
- oceanische circulatie
- Containerbegrip voor alle oceaan- en zeestromen.
- passaat
- Wind die van de subtropische hogedrukgebieden (30° N.B. en Z.B.) richting de evenaar waait. Op het noordelijk halfrond komt deze uit het noordoosten, op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten.
- platentektoniek
- Het bewegen van de aardplaten.
- plooiingsgebergte
- Gebergte dat ontstaat wanneer aardlagen geplooid worden.
- polaire zone
- De landschapszone op hoge breedte waar het groeiseizoen erg kort is en geen bomen voorkomen omdat de zomertemperatuur onder de 10 °C ligt.
- puinhelling
- De ophoping van stenen die door massa bewegingen langs de helling naar beneden zijn gekomen.
- puinwaaier
- De kegelvormige ophoping van verweringsmateriaal die ontstaat zodra de stroomsnelheid van een rivier plotseling snel afneemt.
- push ridge
- Proces waarbij door het hoogteverschil tussen de jonge midoceanische rug en de oude wegzakkende korst de oceanische korst van de midoceanische rug afglijdt.
- pyroklastica
- Al het materiaal dat bij een vulkaanuitbarsting in de lucht wordt geslingerd, zoals lava, as en stenen.
- rivierstelsel
- De hoofdrivier met al haar zijrivieren en zijtakken.
- schaal van Mercalli
- Schaal waarbij de intensiteit van een aardbeving wordt gemeten aan de hand van de hoeveelheid schade die is aangericht.
- schaal van Richter
- Schaal waarbij de magnitude van een aardbeving wordt gemeten aan de hand van de hoeveelheid energie die is vrijgekomen.
- schildvulkaan
- Een vulkaan die ontstaat doordat de dunne vloeibare basaltische lava 'rustig' vanuit de krater uitstroomt en een uitgestrekt gebied kan bedekken.
- sedimentatie
- Het ophopen van sediment op plaatsen waar de snelheid van water of wind afneemt.
- sedimentgesteente
- Gesteente dat ontstaat door het samenpersen van sedimenten.
- slab pull
- Proces waarbij de wegzakkende oceanische korst de rest van de aardplaat meetrekt.
- slenk
- Een stuk aardkorst dat langs een breuk naar beneden is gezakt.
- stollingsgesteente
- Gesteente dat ontstaat doordat vloeibare lava of vloeibaar magma stolt.
- stralingsbalans
- Het dynamisch evenwicht in inkomende en uitgaande straling op aarde.
- stratovulkaan
- Kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselend as- en lavalagen.
- stroomgebied
- Gebied waar al het water uiteindelijk naar één rivier stroomt.
- subtropische zone
- Landschapszone op de overgang van de (semi-)aride of tropische en gematigde zones, in het geval van het Middellandse Zeegebied gekenmerkt door droogtetolerante vegetatie.
- thermohaliene circulatie
- Stroming van zeewater op enige tot grote diepte, aangedreven door verschillen in temperatuur en zoutgehalte.
- transforme plaatgrens
- De plaatgrens waarbij aardplaten langs elkaar bewegen.
- transport
- Vervoer van sediment door water, wind of ijs.
- tropische zone
- Landschapszone rond de evenaar, gekenmerkt door tropisch regenwoud, savanne en tropische landbouw.
- tsunami
- Golven die ontstaan door aardbevingen op de bodem van de oceaan.
- verwering
- Het uiteenvallen van gesteente door inwerking van water, temperatuur, wortels en zuren.
- warme zeestroom
- Zeestroom die afkomstig is uit een warmer gebied.
- wet van Buys Ballot
- Het effect dat luchtstromen een zijdelingse afwijking krijgen door de draaiing van de aarde. Op het noordelijk halfrond is deze afwijking naar rechts, op het zuidelijk halfrond naar links. Ook wel corioliseffect.
- zandsteen
- Sedimentgesteente dat ontstaat door het samenpersen van lagen zand.
- zeestroom
- Dominante stroming op zee, vaak in de richting van de overheersende wind en daardoor aangedreven.