Nederland van emigratieland naar immigratieland

Nederland van emigratieland naar immigratieland

Bastiaan
6

Woorden in deze lijst (66)

Ruud Lubbers
Nederlandse politicus, langstzittende premier (1982-1994), speelde een belangrijke rol in economische hervormingen.
Pim Fortuyn
Politicus en publicist, kritisch op immigratiebeleid, vermoord in 2002.
Algemene Ouderdomswet (AOW)
Basispensioen voor ouderen in Nederland, ingevoerd in 1957.
Algemene Wet Gelijke Behandeling
Wet die discriminatie op basis van bijvoorbeeld geslacht, afkomst en geloof verbiedt.
Verdrag van Schengen
Akkoord dat vrij reizen tussen aangesloten Europese landen mogelijk maakt.
Verdrag van Maastricht
Oprichtingsverdrag van de Europese Unie, ondertekend in 1992.
Dolle Mina
Feministische actiegroep uit de jaren '70, streed voor gelijke rechten voor vrouwen.
Man-Vrouw-Maatschappij
Organisatie die zich inzette voor gelijke kansen en rechten voor mannen en vrouwen.
Nozems
Jongerencultuur uit de jaren ’50 en ’60, bekend om leren jassen en brommers.
Provo’s
Actiegroep uit de jaren ‘60, bekend om ludieke protestacties tegen autoriteit.
Hippies
Jongerenbeweging uit de jaren ‘60 en ‘70, gericht op vrede, liefde en vrijheid.
Punkers
Jongerencultuur uit de jaren ‘70 en ‘80, rebellerend tegen de maatschappij.
Krakers
Beweging die leegstaande panden bezette om woningnood en leegstand aan te kaarten.
Rappers
Jongeren die zich via hiphopmuziek uitten over maatschappelijke thema’s.
Gabbers
Jongerencultuur in de jaren ‘90, bekend om hardcoremuziek en energieke dansstijl.
Babyboom
Geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog.
Dekolonisatie
Proces waarbij voormalige koloniën onafhankelijk werden.
Industrialisatie
Groei van fabrieken en industrie in de economie.
Geleide loonpolitiek
Overheidsbeleid waarbij lonen kunstmatig laag werden gehouden om de economie te laten groeien.
Wederopbouwpolitiek
Beleid na WOII om Nederland economisch te herstellen.
Rooms-rode regeringen
Samenwerking tussen katholieken (KVP) en sociaaldemocraten (PvdA).
Koude Oorlog
Periode van spanningen tussen het kapitalistische Westen en communistische Oostblok.
Marshallhulp
Economische steun van de VS aan Europa na WOII.
Verzuiling
Indeling van de samenleving op basis van geloof en ideologie.
Consumptiemaatschappij
Samenleving waarin het kopen van luxeproducten belangrijk werd.
Aardgasveld
Ontdekking van grote gasvoorraden in Nederland, belangrijke inkomstenbron.
Bestaanszekerheid
Garanderen van basisvoorzieningen zoals werk en inkomen.
Verzorgingsstaat
Staat waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid en welzijn.
Sociale wetgeving
Wetten om sociale voorzieningen zoals werkloosheidsuitkeringen te regelen.
Maakbare samenleving
Idee dat de overheid de maatschappij actief kan verbeteren.
Oliecrisis
Economische crisis in de jaren ‘70 door stijgende olieprijzen.
Zelfredzaamheid
Idee dat burgers minder afhankelijk moeten zijn van de overheid.
Privatiseren
Overheidsbedrijven verkopen aan de private sector.
Poldermodel
Overlegstructuur tussen overheid, werkgevers en werknemers.
Bezuinigingspolitiek
Overheidsbeleid om uitgaven te verminderen.
Popmuziek
Moderne, populaire muziekstijl die vanaf de jaren ‘50 ontstond.
Jeugdcultuur
Specifieke leefstijl en normen en waarden van jongeren.
Ontzuiling
Vermindering van de invloed van religieuze en politieke zuilen.
Democraten ‘66
Politieke partij opgericht in 1966, gericht op democratische vernieuwing.
Radio Veronica
Populaire radiozender die bijdroeg aan de verspreiding van popmuziek.
Gedoogbeleid
Beleid waarbij bepaalde illegale activiteiten, zoals softdrugs, worden getolereerd.
Individualisering
Proces waarbij mensen meer als individu handelen en minder afhankelijk zijn van sociale groepen.
Euthanasie
Het beëindigen van het leven van een ongeneeslijk zieke persoon op diens verzoek.
Handelingsonbekwaamheid
Situatie waarin vrouwen tot 1956 zonder toestemming van hun man geen financiële beslissingen mochten nemen.
Tweede feministische golf
Beweging in de jaren ‘60-‘70 die streed voor gelijke rechten voor vrouwen.
Anticonceptiepil
Medicijn dat vrouwen controle gaf over hun zwangerschap.
Homohuwelijk
Wettelijk huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht, ingevoerd in Nederland in 2001.
Gastarbeiders
Arbeidsmigranten die in de jaren ‘60-‘70 naar Nederland kwamen om te werken.
Gezinshereniging
Proces waarbij familieleden van migranten naar Nederland komen.
Islam
Wereldgodsdienst die door veel migranten wordt beleden.
Asielzoekers
Mensen die vluchten voor oorlog of vervolging en bescherming zoeken.
Multiculturele samenleving
Samenleving waarin verschillende culturen naast elkaar bestaan.
Integreren
Proces waarbij migranten zich aanpassen aan de Nederlandse samenleving.
Assimileren
Volledige aanpassing van migranten aan de Nederlandse cultuur.
NAVO
Militair bondgenootschap van westerse landen ter verdediging tegen agressie.
Kruisraketten
Kernwapens die in de jaren ‘80 in Nederland tot veel protesten leidden.
Europese Unie
Politieke en economische samenwerking tussen Europese landen.
Euro
Gemeenschappelijke munt van de EU, ingevoerd in 2002.
Globalisering
Proces waarbij de wereld steeds meer economisch, cultureel en politiek verbonden raakt.
Internet
Wereldwijd computernetwerk dat communicatie en informatie-uitwisseling mogelijk maakt.
Digitalisering
Toename van technologie en online diensten in het dagelijks leven.
Mobiele telefoons
Draagbare apparaten voor communicatie, vanaf de jaren ‘90 steeds populairder.
Sociale netwerken
Online platforms waarop mensen met elkaar in contact staan.
Srebrenica
Plaats waar in 1995 een genocide plaatsvond tijdens de Bosnische oorlog.
Terreur­aanslag New York
Aanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001.
Polarisatie
Toenemende tegenstellingen tussen groepen in de samenleving.
Hoi Gast!