1 WERELD Globalisering
Woorden in deze lijst (46)
Origineel
- absolute afstand
- De afstand hemelsbreed uitgedrukt in kilometers.
- absolute ligging
- De unieke ligging van een plaats in het graadnet.
- afstandverval
- Het verschijnsel dat de interactie tussen gebieden afneemt naarmate de afstand toeneemt.
- amerikanisering
- De verbreiding van de Amerikaanse (westerse) cultuur en waarden en normen over niet-westerse gebieden.
- andersglobalisten
- Groep internationale actievoerders die zich verzet tegen de huidige, sterk door de mno’s vormgegeven, globalisering.
- backwash-effecten
- Negatieve invloed van een gebied (meestal centrum) op de economische ontwikkeling van een ander gebied (meestal de periferie). Door afroming van hulpbronnen, arbeidskrachten (braindrain) en kapitaal stagneert de economische groei in de regio (zie ook spread-effecten).
- blokvorming
- Landen zoeken aansluiting en steun bij elkaar om hun positie (vooral economisch en geopolitiek) te versterken.
- burgerschap
- Actieve deelname aan de samenleving waarin je woont.
- communicatietechnologie
- Moderne technieken die het mogelijk maken op elektronische wijze te communiceren en informatie van het ene punt naar het andere punt te verspreiden.
- culturele globalisering
- Proces waarbij er een grotere verwevenheid ontstaat tussen cultuurgebieden. Vooral het proces van amerikanisering speelt hierbij een rol.
- culturele identiteit
- Centrale waarden van een cultuur waaraan een volk zijn eigenheid ontleent.
- dekolonisatie
- Proces waarbij de koloniën zelfstandige staten worden.
- economische globalisering
- Het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden op economisch terrein toeneemt, met name door de opkomst van mno’s.
- europanisering
- De beïnvloeding van de koloniale gebieden op economisch, politiek en cultureel gebied vanuit Europa in de 16e eeuw en later.
- exploitatiekolonie
- Een kolonie die door het moederland gebruikt wordt als wingewest. De kolonie wordt door het moederland op de ene kant gebruikt om grondstoffen te leveren en dient aan de andere kant als afzetmarkt voor de producten van het moederland.
- fragmentarische modernisering
- Bepaalde regio’s of economische sectoren in een land maken wel gebruik van moderne hulpmiddelen en andere delen niet.
- Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
- Afspraken tussen de EU-landen over de landbouw.
- geopolitiek
- De invloed van geografische omstandigheden zoals omvang, ligging en beschikbaarheid van hulpbronnen op de buitenlandse en de veiligheids politiek van een staat.
- globalisering
- Het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en samenlevingen op aarde toeneemt. Dit proces wordt ook wel mondialisering genoemd.
- global shift
- Een (mogelijke) verschuiving van het economische en politieke zwaartepunt in de wereld, bijvoorbeeld van de landen rond de Atlantische Oceaan naar gebieden rond de Stille Oceaan.
- hegemoniale staat
- Een land dat gedurende een bepaalde periode grote delen van de wereld domineert op economisch, militair, financieel en cultureel gebied.
- imperialisme
- Het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren.
- interactietheorie
- Theorie die ervan uitgaat dat uitwisseling van goederen, mensen of ideeën tussen gebieden alleen tot stand komt wanneer aan drie basisvoorwaarden is voldaan: complementariteit, transporteerbaarheid en geen tussenliggende mogelijkheden.
- lingua franca
- De voertaal in een gebied waar meerdere talen gesproken worden. Op wereldschaal is dat Engels.
- mainport
- Intercontinentaal knooppunt in een transportnetwerk. Denk hierbij aan belangrijke zee- en luchthavens.
- markteconomie
- Een economisch stelsel waarbij het functioneren van de markt bepaald wordt door het principe van vraag en aanbod en waarbij de rol van de overheid bescheiden is.
- multinationale onderneming
- Onderneming met vestigingen in meerdere landen.
- multipolaire wereldorde
- Een ordening van de wereld op economisch en politiek gebied waarbij deze uit meerdere (regionale) machtscentra bestaat.
- netwerken
- Verbindingen tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein. Het kan een netwerk zijn tussen twee landen (transnationaal netwerk) of een wereldwijd (mondiaal) netwerk.
- nieuwe internationale arbeidsverdeling
- De sinds jaren 70 onder invloed van de globalisering veranderde economische rol van centrum, semiperiferie en periferie in het wereldsysteem.
- politieke globalisering
- De wereldwijde intensivering en uitbreiding van de politieke relaties tussen staten.
- productieketen
- De route die een product aflegt van idee of grondstof tot dienst of eindproduct.
- productiviteit
- De opbrengst per ha, per dier of per persoon.
- regionalisme
- Groepen mensen koesteren hun identiteit en proberen de regionale kenmerken te behouden en te benadrukken.
- relative afstand
- De afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite die het kost om deze te overbruggen.
- relatieve ligging
- De ligging van een plaats of gebied ten opzichte van andere plaatsen en gebieden vooral gelet op bereikbaarheid.
- spread-effecten
- De positieve economische invloed van een gebied op een ander gebied, zoals externe investeringen en overdracht van kennis, waardoor de welvaart in het gebied toeneemt (zie ook backwash-effecten).
- transportnetwerk
- Het geheel van transportlijnen die zijn verbonden met knooppunten.
- transporttechnologie
- Technische voorzieningen die samenhangen met het vervoer van goederen en mensen.
- triade (triadisch netwerk)
- Het geheel van verbanden tussen de drie belangrijkste economische machtsblokken (Noord-Amerika, Japan en EU) in de wereld.
- tijduitcompressie
- Proces waarbij de relatieve afstand tussen plaatsen daalt, vooral als gevolg van de moderne transport- en informatietechnologie.
- uitschuiving
- Proces van verplaatsing van bedrijven en functies vanuit een economisch hoger ontwikkeld gebied (centrumland bijvoorbeeld) naar een gebied met lagere lonen (periferie bijvoorbeeld). Dit proces kan zich op meerdere schaalniveaus voordoen.
- vrijhandel
- Handel waarbij zo weinig mogelijk handelsbelemmeringen zoals invoerrechten bestaan.
- vestigingskolonie
- Een gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen. Zij bouwen het gebied opnieuw op, vaak naar het voorbeeld van het moederland. De meeste vestigingskolonies behoren nu tot de rijkere landen in de wereld (zie ook exploitatiekolonie).
- wereldorde
- De manier waarop de wereld op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein is georganiseerd. De wereldorde maakt ook zichtbaar wie in een bepaalde periode de grootste invloed heeft.
- WTO (Wereldhandelsorganisatie)
- Internationale organisatie, in 1995 door 160 landen opgericht, met als doel de bevordering van de internationale handel, de beslechting van handelsconflicten en de opheffing van handelsbarrières. De WTO heeft liberalisering van de wereldmarkt hoog in het vaandel staan.