LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden
Woorden in deze lijst (63)
Origineel
- autochtonen
- Mensen die zelf in Nederland zijn geboren én hun beide ouders ook.
- bestuur
- zie openbaar bestuur.
- bevolkingskrimp
- Als in een gebied het geboortecijfer daalt (vergrijzing) of de bevolking wegtrekt (ontgroening).
- bevolkingssamenstelling
- Hoe de bevolking is ingedeeld naar sociaaleconomische klasse en etnische achtergrond.
- bewonerskenmerken
- 1 Grootte van huishoudens; 2 Etniciteit; 3 Inkomen; 4 Gezinsfase/leeftijd.
- broedplaatsen
- Goedkope bedrijfsruimten voor allerlei vernieuwende en artistieke bedrijven.
- buurt
- Een gebied binnen een woonwijk, waar dezelfde soort woningen staan.
- buurt- of wijkvoorzieningen
- Ontmoetingsmogelijkheden voor de bewoners van een buurt of wijk.
- buurtprofiel
- De belangrijkste kenmerken van een bepaalde buurt samengevat: bewonerskenmerken, woningkenmerken en omgevingskenmerken.
- campus
- Bedrijventerreinen in de buurt van een universiteit met uitstekende digitale infrastructuur (ook: scienceparks.)
- creatieve stad
- Een stad met veel werkgelegenheid in creatieve beroepen.
- duale arbeidsmarkt
- De grote kloof tussen banen voor hoog- en voor laagopgeleiden.
- duurzame stad
- Een stad die energie neutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige generaties er goed kunnen blijven leven (ook: sustainable city).
- etagewoning
- Woning waarvan de ingang niet op de begane grond is.
- etnische achtergrond
- sociaal-culturele identiteit, vaak gebaseerd op het herkomstland van de ouders.
- etniciteit
- allochtoon of autochtoon, westers of niet-westers.
- galerijflat
- Flatgebouw waarbij langs de appartementen een galerij loopt als toegang voor de bewoners.
- gentrification
- Het proces van verandering in de bevolkingssamenstelling en het voorzieningenniveau in een wijk.
- gezinsfase
- Alleenstaande ouder, paar zonder of met kinderen, ouderen.
- groeikernen
- Plaatsen rondom een stad die vanaf 1975 sterk groeiden door suburbanisatie.
- herstructurering
- Het slopen van slechtere huurwoningen en de nieuwbouw van duurdere koopwoningen.
- huishoudengrootte
- Aantal personen in een huishouden.
- kenniseconomie
- Een economie waarin vooral nieuwe technologie en nieuwe producten worden bedacht en de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie.
- krimp
- Zie bevolkingskrimp.
- naoorlogse wijken
- Wijken gebouwd tussen 1950 en 1970.
- negentiende-eeuwse arbeiderswijken
- Woonwijken gebouwd tussen 1870 en 1920.
- niet-westerse allochtonen
- Mensen die zelf of van wie ten minste één van de ouders is geboren in een land in Afrika, Latijns-Amerika of Azië (ook Turkije, maar niet Indonesië en Japan).
- objectieve sociale (on)veiligheid
- De (on)veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie is geteld.
- onderhoud
- Mate waarin de openbare ruimte tijdig wordt opgeknapt en hersteld.
- openbaar bestuur
- Degenen die beslissingen nemen in de maatschappij, bijvoorbeeld Rijk, provincie en gemeente.
- openbare ruimte
- Ruimte die er voor iedereen is, maar die soms van niemand lijkt te zijn.
- overzichtelijkheid
- Een goede inrichting en indeling van de openbare ruimte.
- portiekflat
- Flat waarbij de appartementen uitkomen op een gemeenschappelijk portiek (een overdekt trappenhuis).
- private sector
- Het bedrijfsleven, waar veel kennis en geld aanwezig is.
- publieke sector
- De overheid, die de belangen van iedereen behartigt.
- publiek-private samenwerking (pps)
- De samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid bij grote bouwprojecten.
- regionale samenwerking
- Samenwerking tussen de drie bestuurslagen – gemeenten, provincies en Rijk.
- renovatie
- Het opknappen van woningen.
- ruimtelijke ordening
- Alle regels die er bestaan over de inrichting van de ruimte: ‘wat mag waar?’
- rijtjeshuis
- Eengezinswoning die deel uit maakt van een rij aan elkaar gebouwde woningen.
- sanering
- Het afbreken van woningen en ze vervangen door nieuwbouw.
- schaalniveau
- De omvang van het gebied: bv. landelijk, provinciaal of lokaal.
- scienceparks
- Bedrijventerreinen in de buurt van een universiteit met uitstekende digitale infrastructuur (ook: campus).
- segregatie
- Het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in de stad.
- smart city
- Een stad die maximaal gebruik maakt van digitale technologie: computers en het internet.
- sociaaleconomische klasse
- Positie in de maatschappij die bepaald wordt door opleidingsniveau en inkomen.
- sociale cohesie
- De bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen.
- sociale huurwoning
- Woning van een woningbouwcorporatie met een lage huur, bedoeld voor de lage inkomensklasse.
- sociale ongelijkheid
- Grote en ongewensde verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen groepen (klassen) in de bevolking.
- sociale veiligheid
- De mate van veiligheid die de samenleving biedt en die de leefbaarheid bepaalt.
- stadsgewest
- Een gebied waarin een stad en de regio eromheen stevig met elkaar verbonden zijn, door werk en het gebruik van voorzieningen.
- stadsvernieuwing
- Het verbeteren van de kwaliteit van de woningen door de overheid (ca. 1980-1990).
- subjectieve sociale (on)veiligheid
- Het gevoel van (on)veiligheid dat veel mensen in de buurt hebben.
- sustainable city
- Een stad die energie neutraal is en afval hergebruikt, zodat toekomstige generaties er goed kunnen blijven leven (ook: duurzame stad.)
- toegankelijkheid
- Ook kwetsbare mensen kunnen gebruikmaken van de openbare ruimte.
- toezicht
- Aanwezigheid van een aanspreekpersoon in de openbare ruimte.
- Vinex-wijk
- Nieuwbouwwijken die na 1990 aan de rand van de stad zijn gebouwd.
- vooroorlogse wijken
- Woonwijken gebouwd tussen 1920 en 1940.
- woningbouwvereniging (corporatie)
- Organisatie die voor goede, goedkope woningen voor de lage inkomensklasse zorgt.
- woningkenmerken
- 1 Ouderdom van de woning; 2 Eigendom; 3 Woningtype; 4 Staat van onderhoud.
- woonomgeving
- De directe omgeving van woningen: stoep, straat, plantsoen, maar ook voorgevel, balkon en voortuin.
- woonwijk
- Een gebied in een stad met woningen.
- zakelijke dienstverlening
- De bedrijven in de tertiaire sector die allerlei diensten aan het bedrijfsleven en de overheid bieden.