Begrippen §4
Woorden in deze lijst (12)
Origineel
- dam
- Een dam is een dijk die in het water ligt. Een dam heeft aan beide zijden water. Een dam voorkomt dat zeewater binnendringt bij een zeearm (inham).
- dijk
- Door mensen gemaakte hoge aarden wal die het land daarachter beschermt tegen overstromingen.
- droogmakerij
- Polder die is ontstaan door het droogleggen van een meer, plas of moeras.
- duin
- Door de wind opgeblazen zandheuvel.
- gemaal
- Een pomp op stoom of elektriciteit die ervoor zorgt dat het water uit de polder wordt weggepompt.
- indijking
- Als rondom een gebied een dijk gelegd wordt als dat gebied alleen bij hoogwater onder water staat.
- molengang
- Een aantal molens op een rij die er samen voor zorgen dat het water uit de polder wordt weggepompt.
- polder
- Een laaggelegen stuk land waar een dijk omheen ligt en de grondwaterstand geregeld wordt.
- uiterwaard
- Strook land tussen de zomerdijk en winterdijk die bij hoogwater mag overstromen.
- waterbeheer
- De zorg voor ons grond- en oppervlaktewater.
- winterdijk
- Hoge dijk die op grotere afstand van de rivier ligt om het gebied daarachter te beschermen tegen overstromingen.
- zomerdijk
- Lage dijk dicht bij de rivier.