3 Gebieden Brazilië
Woorden in deze lijst (75)
Origineel
- armoedegrens
- Een niveau van inkomen dat minimaal nodig is om rond te kunnen komen. De VN heeft de grens in 2015 veranderd van $1,25 naar een inkomen van $1,90 per dag.
- bpp per hoofd
- Bruto binnenlands product: de waarde van alle goederen en diensten die binnen een land geproduceerd worden gedeeld door het aantal inwoners.
- bevolkingsdruk
- De mate waarin de bewoners van een gebied beslag leggen op de aanwezige ruimte en kringlopen.
- bevolkingsparticipatie
- Deelname van de mensen aan de samenleving, bijvoorbeeld door lid te zijn van een (buurt)vereniging, politieke partij, kerk of ander soort club.
- biodiversiteit
- De rijkdom aan planten- en diersoorten.
- Bolsa Família
- Een maandelijkse financiële uitkering voor arme, Braziliaanse gezinnen met kinderen verstrekt door de Braziliaanse overheid. Als tegenprestatie dienen kinderen gevaccineerd te worden en onderwijs te volgen.
- BRIC(S)
- Afkorting voor de landen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. Zij kenden in de periode 2000-2012 een snelle economische groei.
- brp per hoofd
- Bruto regionaal product: de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaalde regio geproduceerd wordt gedeeld door het aantal inwoners.
- caatinga
- Het gebied en de vegetatie (doornige struiken) in het noordoosten van Brazilië, waar een steppeklimaat heerst.
- cerrado
- Het gebied en de vegetatie (bomen en struiken) in het centrale westen van Brazilië waar het savanneklimaat heerst.
- CO2-reductie
- Het terugdringen van de hoeveelheid koolstofdioxide die uitgestoten wordt in de atmosfeer.
- commerciële houtkap
- Het kappen van bomen met als doel deze te verkopen.
- democratisering
- Het proces waar er bij het besturen van het land steeds vaker en beter naar de wens van de burger geluisterd wordt.
- drainagekracht
- Het aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder onherstelbare schade aan te richten aan de leefomgeving.
- duurzaam landgebruik
- Landgebruik gericht op behoud van de kwaliteit van de bodem.
- dynamiek
- Voortdurende verandering in een (ecosysteem).
- ecosysteem
- Een ruimtelijk systeem waarin levende (dieren en planten) en niet-levende elementen (lucht, water en bodem) op natuurlijke wijze met elkaar verbonden en in evenwicht zijn (kringlopen), bijvoorbeeld een tropisch regenwoud.
- erts
- Delfstof waaruit metalen en/of mineralen gewonnen kan worden.
- ertsvorming
- Processen waar onder natuurlijke omstandigheden ertsen gevormd worden. Dit kan gebeuren bij het stollen van magma, bij metamorfose van gesteente of het ontstaan van sedimentair gesteente.
- etages
- Verdiepingen in een tropisch regenwoud die zich onderscheiden door het type begroeiing, luchtvochtigheid, hoeveelheid zonlicht en soorten levensvormen.
- etniciteit
- Afkomst.
- etnische en culturele diversiteit
- Verschillende bevolkingsgroepen die zich onderscheiden van elkaar door afkomst en cultuur. Afkomst en cultuur zijn vaak nauw verweven.
- exportgerichtheid
- De mate waarin een land er op gericht is om zijn producten te verkopen aan het buitenland.
- externe economische relaties
- Contacten met andere landen en buitenlandse bedrijven met als doel de eigen handelspositie en -mogelijkheden te versterken.
- favela
- Braziliaanse benaming voor sloppenwijk.
- FDI
- Foreign Direct Investment: investeringen door buitenlandse partijen.
- fossiele energiebronnen
- Brandstoffen die lang geleden ontstaan zijn uit resten van planten en minuscule diertjes.
- gated communities
- Ommuurde en bewaakte woongemeenschappen in steden. Ze worden bewoond door mensen uit de midden- en hogere klasse.
- geografisch beeld
- Een beeld van een gebied op basis van controleerbare informatie over de ligging van het gebied, de ruimtelijke kenmerken ervan en de samenhang daartussen.
- gezinsplanning
- Door geboorteregeling het aantal kinderen en het moment van geboorte plannen.
- good governance
- Een transparante manier van besturen, waarbij de bevolking over middelen beschikt om het regeringsbeleid te controleren en te beoordelen.
- grondbezitsverhoudingen
- Percentuele verdeling van het land over de bevolking.
- grootgrondbezitters
- In Brazilië een relatief kleine maar machtige groep boeren die verreweg de meeste landbouwgrond bezitten.
- handelsbalans
- Een overzicht van de waarde van de in- en uitvoer van goederen van een land.
- handelsoriëntatie
- De mate waarin een land er op gericht is om zijn producten te verkopen aan het buitenland. Ook wel exportgerichtheid.
- hoogland
- Een gebied met weinig reliëf dat meer dan 500 meter boven zeeniveau ligt en meestal omringd wordt door gebergten.
- hoogvlakte
- Een gebied met weinig reliëf dat meer dan 500 meter boven zeeniveau ligt en meestal omringd wordt door gebergten. Ook wel hoogland.
- hydro-elektriciteit
- Stroom opgewekt door waterkracht.
- illegale houtkap
- Het kappen van bomen terwijl dit door de wet verboden is.
- import- en exportpakket
- De samenstelling van de ingevoerde en uitgevoerde producten.
- informele sector
- De niet-officiële economie.
- kringloop van koolstof
- De continue verplaatsing van koolstof tussen de atmosfeer, hydrosfeer, biosfeer en lithosfeer.
- kringloop van water
- De hydrologische kringloop: de cyclus waarbij water vanuit de lucht op aarde komt (neerslag) en daarvandaan uiteindelijk middels verdamping weer terugkeert in de atmosfeer.
- landdegradatie
- Afname van de kwaliteit van de bodem of ondergrond door processen als versnelde bodemerosie, verdroging en verzilting.
- landgrabbing
- Buitenlandse en binnenlandse bedrijven kopen in een land enorme stukken land op om er grootschalige landbouwbedrijven te beginnen.
- landrechten voor de inheemse bevolking
- Wetgeving waarin is vastgesteld welke stukken grond toebehoren aan de indianen.
- landroof
- Buitenlandse en binnenlandse bedrijven kopen in een land enorme stukken land op om er grootschalige landbouwbedrijven te beginnen. Ook wel landgrabbing.
- llanos
- Het gebied en de vegetatie (overwegend grasland) in het centrale westen van Brazilië waar het savanneklimaat heerst.
- Lorenzcurve
- Een grafiek die de inkomensongelijkheid in een land laat zien.
- mangrove
- Mangrovebossen bestaan uit bomen met lange wortels (boven het water). Ze komen voor in de tropen en subtropen in vlakke, modderige kustgebieden.
- mental map
- Het ruimtelijk beeld dat iemand van een bepaald gebied in zijn geheugen heeft opgeslagen.
- mestiezen
- Afstammelingen van een indiaanse en een blanke (voor)ouder.
- mestizering
- Een aanzienlijk deel van de bevolking bestaat uit afstammelingen van een indiaanse en een blanke (voor)ouder.
- natuurlijke bevolkingsgroei
- De groei of afname van een bevolking door geboorte en sterfte.
- ngo
- Niet-gouvernementele organisatie die buiten overheden om direct met belangengroepen (vaak) in ontwikkelingslanden werken.
- ommuurde woonwijken
- Ommuurde en bewaakte woongemeenschappen in steden. Ze worden bewoond door mensen uit de midden- en hogere klasse. Ook wel gated communities.
- ontbossing
- Verwijdering van bos, waarna de vrijgekomen grond voor onbepaalde tijd voor andere doeleinden, meestal landbouw, wordt gebruikt.
- ontginning
- Het geschikt maken van een stuk land, bijvoorbeeld regenwoud, voor andere activiteiten zoals land- of mijnbouw.
- perceptie
- De manier waarop je iets waarneemt en ervaart.
- positieve discriminatie
- Het bevoordelen van een bepaalde groep mensen.
- racisme
- Ongelijke behandeling van mensen op basis van hun afkomst, in Brazilië vaak op basis van hun huidskleur.
- savanne
- Vegetatie in subtropische klimaten gekenmerkt door grassen en verspreid voorkomende bomen.
- selva
- Benaming voor het tropisch regenwoud in Zuid-Amerika, het Amazonewoud.
- sloppenwijk
- Een niet door de overheid gereguleerde woonwijk, vaak gekenmerkt door slechte leefomstandigheden en gelegen op ongunstige locaties.
- smeltkroes
- Mengelmoes, mix.
- sociaal-economische ongelijkheid
- Ongewenste verschillen in ontwikkelingskansen en welvaart tussen verschillende bevolkingsgroepen.
- sociale bevolkingsgroei
- De groei of afname van de bevolking door migratie.
- stedelijk netwerk
- De manier waarop de steden over een gebied verdeeld en met elkaar verbonden zijn.
- stereotype
- Een algemene karakterisering van een gebied of van een groep mensen die niet helemaal met de werkelijkheid overeenkomt.
- tropisch regenwoud
- Vegetatietype in het tropisch klimaat met een hoge soortenrijkdom en een dichte, weelderige begroeiing.
- UNASUR
- De unie van Zuid-Amerikaanse naties is een politieke en economische unie van de 12 onafhankelijke staten in Zuid-Amerika (2008).
- verdroging
- Een daling van de grondwaterspiegel met als gevolg een afname van de soortenrijkdom.
- verstedelijkingsgraad
- Het percentage van de bevolking dat in de stad woont.
- verstedelijkingstempo
- De snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad per jaar toeneemt.
- waterbalans
- De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat.