3 vwo unité 4 woordenlijst

3 vwo unité 4 woordenlijst

Heleen
0

Woorden in deze lijst (126)

overschrijden
dépasser
de grens, de limiet
la limite
de uitdaging
le défi
de kick
les sensations fortes (f pl)
bang zijn voor
avoir peur de
het gevaar
le danger
de teleurstelling
la déception
je angst overwinnen
surmonter la peur
beheersen, controleren
contrôler
uitzonderlijk
exceptionnel
de veiligheid
la sécurité
vliegen
voler
de attractie
l’attraction (f)
de wintersport
le sport d’hiver
de wandeltocht
la randonnée
de hoogte
la hauteur
de sprong
le saut
de val
la chute
snel
rapide
het evenwicht
l’équilibre (m)
het bloed
le sang
het hart
le cœur
de hersenen
le cerveau
de long
les poumon
de spier
le muscle
voelen, ervaren
ressentir
de omstandigheden
les circonstances (f)
tegelijk
à la fois
ontvangen
accueillir
ontspannen zijn
être détendu
iemand geruststellen
rassurer quelqu’un
geterroriseerd worden, erg angstig zijn
être terrorisé
podiumvrees/plankenkoorts hebben
avoir le trac
in het openbaar, met publiek
en public
hoe meer ... des te meer
plus … plus
dichterbij komen
approcher
horen
entendre
zweten
transpirer
meer
davantage
daarentegen
au contraire
ademhalen
respirer
hoogtevrees hebben
avoir le vertige
de volgende dag
le lendemain
plotseling
soudain
trillen
trembler
beneden
en bas
vrijlaten, loslaten
libérer
dankzij
grâce à
stijgen, toenemen
augmenter
schreeuwen
crier
volgende
suivant
het klimmen in bomen
l’accrobranche (f)
het boogschieten
le tir à l’arc
kortom
bref
het zwemmen
la natation
de waaghals
le casse-cou
de glijbaan
le toboggan
er is van alles
il y a de tout
aan de ene kant
d’un côté
de stuntman
le cascadeur
het beroep
le métier
zeldzaam
rare
bestaan
exister
enthousiast
enthousiaste
zich inschrijven
s’inscrire
onmiddellijk
immédiatement
de vechtsport
le sport de combat
ervaring hebben
avoir de l’expérience
waarschijnlijk
probablement
zich bezeren
se faire mal
gedisciplineerd
discipliné
het wapen
l’arme (f)
het vuur
le feu
gevarieerd
varié
zichzelf
soi-même
opruimen
ranger
de spullen
les affaires (f pl)
denken
penser
zelfs
même
de richting
le sens
de stijging, de klim
la montée
lanceren, afvuren
lancer
je zult zien
tu verras (voir)
grapjes maken
plaisanter
trouwens
d‘ailleurs
belachelijk
ridicule
bekennen
avouer
veilig
sûr
vastmaken
attacher
zweren
jurer
in de rij staan
faire la queue
ongelijk hebben
avoir tort
levend
vivant
de (veiligheids)riem
la ceinture (de sécurité)
het vertrek, de start
le départ
nog een keer
encore une fois
misselijk zijn
avoir mal au coeur
inderdaad
effectivement
ik kan niet meer
je n’en peux plus
de speeltuin
le terrain de jeux
de kindertijd
l’enfance (f)
het klimmen
l’escalade (f)
de jongere, de tiener
l’adolescent(e)
de jongere, de tiener
l'ado
de rots
le rocher
het ongeluk
l’accident (m)
lijden
souffrir
de aanval
la crise
opgeven
abandonner
de wolkenkrabber
le gratte-ciel
de hulp
l’aide (f)
(zeer) veel
nombreux, nombreuse
de beroemdheid
la célébrité
de topprestatie
l’exploit (m)
opgroeien
grandir
klimmen
grimper
met uitzicht op, tegenover
face à
trekken door, afreizen
parcourir
de wereld
le monde
de man, echtgenoot
le mari
de schrijver, de schrijfster
l’écrivain, l’écrivaine
de autobiografie
l’autobiographie (f)
de fictie
la fiction
de motivatie
la motivation
nodig
nécessaire
zich voorbereiden
se préparer
Hoi Gast!