Chapter 2 TIME FOR SCHOOL - Stones - 6 Talking about likes and dislikes

Woorden in deze lijst (8)

Origineel

What do you like about school?: Wat vind je leuk aan school?
What do you enjoy doing after school?: Wat vind je leuk om na school te doen?
What is your favourite subject?: Wat is je lievelingsvak?
Why is science your least favourite subject?: Waarom vind je natuur- en scheikunde het minst leuk?
I’m fond of French because it’s an interesting subject.: Ik ben dol op Frans want dat is een interessant vak.
I don’t like maths. I think it’s a difficult subject.: Ik vind wiskunde niet leuk. Ik vind het een moeilijk vak.
After school I always visit my grandparents.: Na school bezoek ik altijd mijn grootouders.
I enjoy practising with my band during the weekend.: Ik vind het leuk om te oefenen met mijn band in het weekend.