De Geo - vwo - Klimaatvraagstukken - Hoofdstuk 2
Woorden in deze lijst (24)
Origineel
- aardverschuiving
- Het van een helling glijden of rollen van een grote hoeveelheid gesteente of los materiaal.
- bodem
- Het voor plantengroei belangrijke bovenste deel van de aardkorst (in Nederland tot ongeveer 1,20 m).
- breuk
- Barst of scheur tussen en/of in platen.
- conditionele factor
- De randvoorwaarde waaraan moet worden voldaan voordat een bepaalde gebeurtenis kan plaatsvinden. In het kader van klimaatveranderingen in het Kwartair zijn dit factoren die te maken hebben met platentektoniek.
- convectiestroom
- Bewegend heet magma in de mantel van de aarde.
- fossiel
- Versteende rest of afdruk van planten en dieren die in de aardkorst is bewaard.
- fotosynthese
- Het onder invloed van zonlicht omzetten van water en koolstofdioxide in suikers en zuurstof door planten en bomen.
- geologie
- De wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan en de veranderingen van de aarde en met name de aardkorst en platen.
- glaciale wip
- Proces waarbij een deel van de aardkorst door het gewicht van het ijs omlaag wordt gedrukt en een ander deel omhoogkomt.
- historische tijdschaal
- Tijdschaal die zich uitstrekt over de laatste paar duizend jaar.
- ijstijdtheorie
- Idee over het ontstaan van ijstijden.
- interglaciaal
- Warmere periode tussen twee glacialen in.
- Kwartaire klimaatverandering
- Klimaatverandering die zich gedurende de laatste 2,6 miljoen jaar heeft voorgedaan.
- meteorietinslag
- Inslag op de aarde van een stuk steen uit de ruimte.
- mid-oceanische rug
- Een langgerekte bergrug onder zee met in het midden een diepe kloof.
- Milankovitch-variabelen
- Variabelen (excentriciteit, precessie en scheefstelling) die zorgen voor een veranderende positie van de aarde in haar baan om de zon en die voor het eerst onderzocht zijn door de Servische geleerde Milankovitch.
- paleoklimaat
- Klimaat dat in het geologische verleden op aarde voorkwam.
- Pangea
- Supercontinent van zo’n 250 miljoen jaar geleden, waarbij alle huidige continenten bij elkaar lagen en aaneengesloten waren tot een grote landmassa.
- permafrost
- Permanent bevroren ondergrond, soms wel tot op 1 km diepte.
- slenk
- Een wegzakkend blokvormig gedeelte van de aardkorst.
- sturend mechanisme
- Mechanisme dat het optreden van iets controleert. In het kader van klimaatveranderingen in het Kwartair gaat het om de Milankovitch-variabelen. Heet ook sturende factor.
- sturende factor
- Mechanisme dat het optreden van iets controleert. In het kader van klimaatveranderingen in het Kwartair gaat het om de Milankovitch-variabelen. Heet ook sturend mechanisme.
- subductietrekkracht
- De kracht waarmee een in de mantel wegzakkende oceanische plaat de platentektoniek aandrijft, die wordt veroorzaakt door zwaartekracht.
- zee-ijs
- Bevroren zeewater.