Chapter 4 IN THE CITY - Stones - 12 Talking about public transport
Woorden in deze lijst (12)
Origineel
- I will/am going to visit the Science Museum this afternoon.
- Ik ga het Science Museum vanmiddag bezoeken.
- Do you know how to reach the city centre?
- Weet u/je hoe ik bij het stadscentrum kom?
- Can you tell me the fastest way to get there?
- Kun je mij de snelste weg daarheen vertellen?
- To reach the park, take the bus to Kensington.
- Om het park te bereiken, neem de bus naar Kensington.
- To get there, change to the Piccadilly Line.
- Om daar te komen, stap over op de Piccadilly Line.
- What time/When does the bus come by?
- Hoe laat/Wanneer komt de bus langs?
- The train runs once an hour.
- De trein gaat ieder uur.
- Do we have to/Shall we get a single ticket?
- Moeten/Zullen we een enkeltje kopen?
- Yes, they are available at the ticket office.
- Ja, ze zijn beschikbaar bij het kaartjesloket.
- No, it's better to buy a return ticket.
- Nee, het is beter om een retourtje te kopen.
- The bus is late because of a traffic jam.
- De bus komt later door een verkeersopstopping.
- Line 10 is delayed but it will be here any minute.
- Lijn 10 is vertraagd, maar kan ieder moment hier zijn.
