Libre service - 5 HAVO - Module parler - leçon 4
Woorden in deze lijst (35)
Origineel
- au lieu de
- in plaats van
- avaler
- inslikken
- ça me plaît
- het bevalt me/ik vind het leuk
- commander
- bestellen
- cuit
- gaar
- la carte bancaire
- de bankpas
- la plainte
- de klacht
- la puce
- de chip
- la tasse
- het kopje
- l'addition
- de rekening
- le casque
- de koptelfoon
- le code confidentiel
- de pincode
- le compte en banque
- de bankrekening
- le distributeur
- de geldautomaat
- le poulet
- de kip (vlees)
- le ticket
- het bonnetje
- l'emballage
- de verpakking
- l'erreur
- de vergissing/fout
- plaire
- bevallen
- réchauffer
- opwarmen
- rembourser
- geld teruggeven
- retirer de l'argent
- geld opnemen
- se renseigner
- informeren (naar)/navragen
- temporaire
- tijdelijk
- valable
- geldig
- déjeuner
- lunchen
- la boisson
- het drankje
- la serveuse
- de serveerster
- l'assiette
- het bord
- le hors-d'œuvre
- het voorgerecht
- le plat du jour
- de dagschotel
- le pourboire
- de fooi
- le repas
- de maaltijd
- le serveur
- de ober
- le verre
- het glas
