ajfgi

ajfgi

Masi
6

Woorden in deze lijst (44)

aardkorst
Dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van gemiddeld 8 km onder oceanen en 35 km onder continenten.
breuk
Barst of scheur in de aardkorst.
chemische verwering
Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert.
endogene kracht
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert.
erosie
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
exogene kracht
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert.
heuvelland
Gebied met toppen die 200 tot 500 m hoog zijn.
hooggebergte
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
jong gebergte
Gebergte dat ‘pas’ enkele tientallen miljoenen jaar oud is.
laagland
Gebied met een hoogteligging lager dan 200 m.
mechanische verwering
Het uiteenvallen van het gesteente waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert.
middelgebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
oud gebergte
Gebergte dat enkele honderden miljoenen jaren oud is.
plaat
Stuk van de aardkorst.
plooiingsgebergte
Gebergte dat is ontstaan door buiging van stukken van de aardkorst.
reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
sedimentatie
Afzetting van materiaal dat is meegenomen door ijs, water of wind.
sedimentgesteente
Gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat is aangevoerd door ijs, water of wind.
verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
verweringsmateriaal
Puin dat ontstaat bij verwering.
bovenloop
Het eerste stuk van een rivier, dicht bij de bron.
eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen.
erosie
Het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind.
firn
Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
firnbekken
Een verzamelbekken van overjarige sneeuw hoog in de bergen.
glaciaal
Koude periode waarin de gemiddelde temperatuur op aarde een paar graden daalt en waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook ijstijd.
gletsjer
Enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.
gletsjerpoort
De plek waar het smeltwater van een gletsjer uit de gletsjer stroomt.
gletsjerrivier
Rivier die smeltwater van een gletsjer afvoert.
gletsjertunnel
Tunnel die onder in een gletsjer ontstaat als zich daar veel smeltwater verzamelt.
grondmorene
Sediment dat onder het ijs ligt en dat achter blijft als de gletsjer smelt.
ijstijd
Zie glaciaal.
interglaciaal
Warmere periode tussen twee ijstijden in.
U-dal
Dal dat de vorm van een U heeft en is ontstaan door de uitschurende werking van een gletsjer.
V-dal
Dal dat de vorm van een V heeft en is ontstaan door de uitschurende werking van een rivier.
zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer.
aanslibbingskust
Kust waarbij de afzetting van materiaal overheerst.
afbraakkust
Kust waarbij het wegslaan van materiaal overheerst.
branding
Het breken van golven in ondiep water (aan de kust).
golf
Rimpel in het water die meestal wordt veroorzaakt door de wind die over het wateroppervlak waait.
klifkust
Steile kust die is ontstaan doordat de zee de onderkant heeft afgebrokkeld en afgekalfd.
kustduin
Heuvel die is ontstaan doordat de wind zand op een hoop heeft geblazen.
strandwal
Zandbank die door de branding is opgeworpen en boven zeeniveau ligt.
zandbank
Zandafzetting langs de kust. Ligt ook bij eb onder water.
Hoi Gast!