Nectar - 3 vmbo-k - Hoofdstuk 6 - Mens en milieu
Woorden in deze lijst (68)
Origineel
- ammoniak
- gas dat vrijkomt uit dierlijke mest en verzuring van het milieu veroorzaakt
- afval
- alle overbodige spullen en materialen die mensen weggooien; de ruimte op aarde die nodig is om afval kwijt te raken bepaalt een deel van de ecologische voetafdruk
- antibiotica
- medicijnen die ziekteverwekkende bacteriën doden
- biobrandstoffen
- duurzame brandstoffen die vaak gemaakt worden uit plantaardig materiaal, bijvoorbeeld, brandstof uit algen en afval
- biodiesel
- autobrandstof die uit planten is gemaakt
- biogas
- autobrandstof die uit afval is gemaakt
- bio-industrie
- veeteelt, waarbij grote aantallen dieren in kleine ruimtes en in een zo kort mogelijke tijd worden opgefokt om vlees te leveren, ook wel intensieve veehouderij genoemd
- biologisch afbreekbaar
- stoffen die door reducenten kunnen worden afgebroken
- biologische landbouw
- landbouwmethode, waarbij boeren zoveel mogelijk volgens natuurlijke kringlopen en milieu- en diervriendelijk werken
- biologische bestrijding
- natuurlijke vijanden bestrijden de plaag, bijvoorbeeld lieveheersbeestjes bestrijden bladluizen; biologische bestrijding hoort bij biologische landbouw
- broeikaseffect
- het warm blijven van de aarde door het vasthouden van warmtestraling door (broeikas)gassen in de lucht zoals koolstofdioxide
- compost
- mest voor de tuin, gemaakt van gft-afval
- dierenwelzijn
- het uiten van natuurlijk gedrag van dieren, dankzij goede leefomstandigheden
- dierlijke mest
- plas en poep van dieren (vee)
- duurzaam(heid)
- nu een fijn en comfortabel leven leiden zonder de toekomst van de volgende generaties in gevaar te brengen; kies bijvoorbeeld voor duurzame producten die langer meegaan
- duurzame energie(bronnen)
- bronnen voor het winnen van energie die ook in toekomst beschikbaar zullen zijn en geen vervuiling veroorzaken; bijvoorbeeld zonne- en windenergie
- ecologische voetafdruk
- maat om te vergelijken hoeveel hectare aarde bewoners uit verschillende landen gebruiken voor hun voedsel, grondstoffen en energiebronnen en om hun afval kwijt te raken
- energie
- hebben organismen nodig voor levensprocessen, activiteiten en om warm te blijven. Energie komt vrij bij de verbranding van energierijke voedingsstoffen en fossiele brandstoffen
- energielabel
- geeft de energiezuinigheid van auto's, apparaten en huizen aan, in vergelijking met andere artikelen van hetzelfde type
- fossiele brandstoffen
- brandstoffen die gedurende miljoenen jaren zijn ontstaan uit de resten van planten en dieren; bijvoorbeeld: steenkool, aardolie en aardgas
- fokken
- kruisen van dieren dat leidt tot dieren met gunstiger eigenschappen
- fijnstof
- heel kleine, in de lucht zwevende deeltjes zoals stof en roet. Inademing van fijn stof kan schadelijk zijn voor je gezondheid
- gesloten kringloop
- alle verbruikte stoffen worden in een kringloop weer aangevuld
- gewasbeschermingsmiddelen
- chemische stoffen, die gebruikt worden om plagen te bestrijden
- grondstoffen
- stoffen die nodig zijn om een product te maken, zoals ijzererts of hout; de hoeveelheid grondstoffen die je van de aarde gebruikt, bepalen een deel van de ecologische voetafdruk
- grondwater
- al het water dat in de bodem zit
- hergebruik
- het opnieuw gebruiken van afgedankte kleding, apparaten of meubels
- intensieve veehouderij
- zie bij bio-industrie
- katalysator
- wordt gebruikt in de uitlaatsystemen van motoren om er voor te zorgen dat er minder vervuilende gassen zoals stikstofoxiden in de lucht komen
- koolstofdioxide (CO2)
- afvalstof van de verbranding; broeikasgas dat het (versterkte) broeikaseffect veroorzaakt
- kringloop van fotosynthese en verbranding
- de stoffen die ontstaan bij fotosynthese worden weer gebruikt bij de verbranding; de stoffen die ontstaan bij verbranding worden weer gebruikt bij fotosynthese
- kunstmest
- witte korrels met mineralen die boeren gebruiken als meststoffen op de akkers
- krachtvoer
- voer met extra eiwit en mineralen waar het vee snel van groeit
- luchtvervuiling
- verontreiniging van de lucht door afvalstoffen uit landbouw, huishoudens, verkeer en industrie
- mest
- poep en plas van landbouwhuisdieren (vee)
- mestinjectie
- het in de bodem spuiten van mest. Mestinjectie is een maatregel voor boeren, waardoor verzuring van het milieu door ammoniak wordt verminderd
- mestoverschot
- als er in de veeteelt meer mest geproduceerd wordt dan nodig is om de akkers te bemesten
- mineralen
- stoffen in de bodem, die planten nodig hebben voor de groei
- milieu
- de lucht, het water en de bodem om je heen
- milieubewust
- als je kiest voor dingen die het minst schadelijk zijn voor het milieu
- monocultuur
- grote akker, waarop één soort gewas wordt verbouwd
- overbemesting
- er wordt meer mest over het land verspreid dan de planten nodig hebben; dit kan tot milieuproblemen leiden
- plaag
- als schadelijke organismen (insecten, bacteriën, schimmels, aaltjes en onkruid) de voedingsgewassen aantasten
- recycling
- de grondstof uit afval terugwinnen en weer gebruiken om nieuw product van te maken, bijvoorbeeld glas, papier en blik
- restafval
- afval dat overblijft na apart inzamelen van alle andere afvalsoorten
- roetfilter
- wordt gebruikt in uitlaatsystemen van motoren om schadelijke deeltjes zoals roet (fijn stof) uit de uitlaatgassen te verwijderen
- selectief
- als een gewasbeschermingsmiddel alleen de plaagorganismen doodt en niet heel veel andere soorten
- smog
- periode van versterkte luchtvervuiling (dikke nevel); ontstaat vooral op zonnige, windstille dagen
- stikstofoxiden
- vervuilende gassen in de lucht, die vrijkomen uit de uitlaatgassen van auto's en bij processen in de industrie
- uitstoot
- het vrijkomen van afvalgassen
- veredeling
- het verbeteren van de eigenschappen van gewassen door kruisingen of door genetische modificatie
- vermesting
- door mest op de akkers worden het oppervlaktewater en de bodem rijker aan mineralen. Daardoor gaan snelgroeiende planten andere planten verdringen
- versterkt broeikaseffect
- er komt steeds meer koolstofdioxide in de lucht; de warmte wordt hierdoor steeds beter vastgehouden, waardoor het steeds warmer wordt op aarde, zie ook bij broeikasgevaar
- verzuring
- het zuur worden van de bodem door zure neerslag en door ammoniak, dat door bacteriën wordt omgezet in zuur. De zure stoffen kunnen schadelijk zijn voor planten
- voedsel
- datgene wat een organisme eet
- voedselkringloop
- de kringloop van mineralen en andere voedingsstoffen: producenten (planten) -> consumenten (dieren en mensen) -> reducenten (schimmels en bacteriën) -> producenten
- vuilstort
- plaats waar niet verwerkbaar afval (vuilnis) wordt gestort; een ander woord ervoor is vuilnisbelt
- vuilverbrandingsinstallaties
- ovens waarin restafval wordt verbrand, nadat de metalen eruit verwijderd zijn
- waterbloei
- het in grote hoeveelheden voorkomen van kroos of algen in water, waarin te veel meststoffen (mineralen) zitten
- windenergie
- elektriciteit gemaakt met behulp van windmolens
- zonne-energie
- elektriciteit gemaakt met behulp van de straling van de zon
- zwaveldioxide
- vervuilend gas waardoor zure neerslag ontstaat
- zwerfafval
- afval dat op straat of in de natuur terecht komt
- biodiversiteit
- het aantal verschillende soorten organismen die op aarde leven
- broeikasgassen
- gassen die het broeikaseffect versterken; bijvoorbeeld koolstofdioxide en methaangas
- flexitariër
- iemand die ervoor kiest om een paar dagen per week géén vlees te eten
- mestoverschot
- als er in de veeteelt meer mest wordt geproduceerd, dan nodig is om de akkers te kunnen bemesten
- methaangas
- broeikasgas dat ontstaat in de darmen van runderen, schapen en geiten