WERELD Wereldbeeld
Woorden in deze lijst (72)
Origineel
- analfabetisme
- Het niet kunnen lezen en schrijven.
- beroepsbevolking (samenstelling van de)
- Dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen. De beroepsbevolking wordt ingedeeld in de primaire, secundaire en tertiaire sector.
- bevolkingsdichtheid
- Het gemiddelde aantal inwoners per km².
- bevolkingsgroei
- De toename van de bevolking in een bepaalde periode. Je maakt een onderscheid tussen natuurlijke groei (geboortecijfer/sterftecijfer) en sociale groei (vestiging/vertrek).
- bevolkingsspreiding
- De manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld.
- bodemdegradatie
- Sterke vermindering van de bodemkwaliteit, zodat de bodem minder opbrengt.
- bruto binnenlands product (bbp) per hoofd/inwoner
- De toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die door binnen- én buitenlandse ondernemingen in een land in één jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners.
- bruto regionaal product (brp) per hoofd
- Het inkomen per hoofd binnen een regio.
- carrying capacity
- Zie draagkracht.
- centrum, semiperiferie, periferie
- Een indeling van de wereld naar ontwikkelingsgraad.
- comparatieve voordelen
- Doen zich voor wanneer een land een bepaald product goedkoper kan produceren in vergelijking met andere producten die het kan produceren.
- complementariteit
- Voorwaarde in de theorie van Ullman die stelt dat alleen handel ontstaat wanneer het ene gebied iets aanbiedt waar het andere gebied vraag naar is.
- cultuurgebied
- Gebied waarin culturen voorkomen die sterk op elkaar lijken.
- democratisch gehalte
- De mate waarin het politieke stelsel (bestuur) van een land democratisch is.
- demografische druk
- Het niet-actieve deel van de bevolking (0-19 jaar en >65jaar) uitgedrukt als percentage van de actieve bevolking (20-65 jaar).
- demografische transitie
- De gefaseerde overgang van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer.
- diffusie
- De verspreiding van een ruimtelijk verschijnsel – bijvoorbeeld een cultuurelement – vanuit een kerngebied.
- draagkracht
- Het aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder schade te berokkenen aan de omgeving (ook: carrying capacity).
- droogte landbouw
- Landbouw in aride of semi-aride gebieden waarbij maximale infiltratie en minimale verdamping van de neerslag wordt bevorderd.
- droogteresistentie
- Mate waarin een bodem vocht vasthoudt. Ook: mate waarin een gewas tegen droogte kan.
- dumping
- Het verkopen van gesubsidieerde voedseloverschotten onder de kostprijs.
- exportlandbouw
- Grootschalige, gemechaniseerde en gerobotiseerde landbouw gericht op de wereldmarkt.
- FAO
- Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties.
- afwezigheid van tussenliggende mogelijkheden
- Voorwaarde in de theorie van Ullman die stelt dat alleen handel ontstaat met de dichtstbijzijnde mogelijkheid.
- geglobaliseerde landbouw
- Er wordt mondiaal gehandeld en geïnvesteerd in landbouwproducten.
- genetische modificatie
- In het DNA van dieren en voedselgewassen worden nieuwe genen aangebracht zodat ze meer opbrengen of beter tegen slechte groeiomstandigheden kunnen.
- good governance
- Doelmatige, niet corrupte bestuursvorm waarbij de middelen terechtkomen bij de groep die het nodig heeft.
- governementele organisaties
- Organisaties die op regeringsniveau samenwerken.
- Groene Revolutie
- De veel hogere opbrengst in de landbouw als resultaat van het kruisen of veredelen van soorten.
- grondbezitverhoudingen
- Procentuele verdeling van het grondbezit afgezet tegen het aantal van de bevolking.
- groeifamilie
- Samenlevingsvorm waar ouders, kinderen, grootouders, ooms en tantes en hun kinderen bij horen.
- handelsgewassen
- Gewassen die speciaal voor de handel geteeld worden.
- hulporganisaties
- Organisaties die zich bezighouden met het bestrijden van honger of andere sociaaleconomische problemen in ontwikkelingslanden.
- incoherent
- Niet goed op elkaar afgestemd zijn van maatregelen.
- internationale arbeidsverdeling
- De specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld.
- internationale organisatie
- Organisatie waarbij verschillende landen samenwerken, zoals Wereldbank, Verenigde Naties en de Europese Unie.
- kindersterfte
- Het aantal kinderen per duizend levendgeborenen dat voor de vijfde verjaardag overlijdt.
- koopkracht
- De hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor 1 dollar kunt kopen.
- kwalitatieve honger
- Situatie waarbij mensen een tekort aan bepaalde voedingsstoffen hebben.
- kwantitatieve honger
- Situatie waarbij mensen te weinig energie/calorieën binnenkrijgen.
- landbouwsubsidies
- Financiële tegemoetkoming van de overheid aan boeren.
- landhervorming
- Herverdeling van vooral grootgrondbezit onder de plattelandsbevolking.
- leeftijdsopbouw
- De verdeling van de bevolking over de verschillende leeftijdsklassen.
- levensverwachting
- Het aantal jaren dat iemand gemiddeld nog te leven heeft, gelet op de huidige sterftekans. De levensverwachting bij geboorte wordt het meest gebruikt.
- mensenrechten
- Universele basisrechten van de mens zoals recht op vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid.
- neerslagregiem
- De variatie in neerslag van jaar tot jaar.
- ngo’s
- Niet-gouvernementele organisaties, die buiten de overheid om direct samenwerken met belangengroepen in ontwikkelingslanden.
- noodhulp
- Hulp die bedoeld is om levensbedreigende situaties op te lossen, vaak in de vorm van voedselhulp.
- productiviteit per ha en per persoon
- De opbrengst in de landbouw als resultaat van de inzet van productiemiddelen land, kapitaal en arbeid, deze wordt berekend per ha of per arbeider.
- programmahulp
- Ontwikkelingshulp in de vorm van geld, dat het ontvangende land naar eigen inzicht kan besteden.
- projecthulp
- Ontwikkelingshulp in de vorm van geld, gedurende enkele jaren, bedoeld om een concreet probleem te verhelpen.
- regionale ongelijkheid
- Grote en ongewenste verschillen in ontwikkeling tussen gebieden.
- regionale specialisatie
- Doet zich voor wanneer een gebied zich toelegt op bepaalde producten op basis van comparatieve voordelen.
- samenwerkingsverband
- Samenwerking op economisch of politiek terrein tussen een groep van landen, vaak binnen een regio.
- sociaal economische stratificatie
- Indeling van de bevolking in ‘lagen’ of ‘klassen’, meestal gebaseerd op grondbezit of inkomen.
- sociale ongelijkheid
- Grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking.
- sociale stratificatie
- Indeling van de bevolking naar status in de maatschappij, vooral belangrijk voor de positie van vrouwen en etnische minderheden.
- suburbanisatie
- Proces waarbij mensen en bedrijven vanuit de stad naar het omringende platteland trekken.
- technologische ontwikkelingen
- Nieuwe uitvindingen ten behoeve van de landbouw.
- territoriale conflicten
- Gebieden waar geweld is in verband met een afscheidingsbeweging.
- theorie van Ullman
- Deze theorie stelt dat handel ontstaat als aan drie voorwaarden voldaan is: complementariteit, transporteerbaarheid en geen tussenliggende mogelijkheden.
- transporteerbaarheid
- Voorwaarde in de theorie van Ullman die stelt dat alleen handel ontstaat wanneer de relatieve afstand (tijd, kosten en moeite van het transport) acceptabel is in verhouding tot de waarde van het voedsel.
- verstedelijking (urbanisatie)
- Proces waarbij mensen vanaf het platteland naar de stad trekken.
- verstedelijkingsgraad (urbanisatiegraad)
- Het percentage van de bevolking dat in de stad woont.
- verstedelijkingstempo (urbanisatietempo)
- De snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad per jaar toeneemt.
- VN-ontwikkelingsindex
- Maatstaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de levensverwachting en gebruikt om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen.
- voedselcrisis
- Situatie waarbij de prijzen van voedsel sterk stijgen.
- voedselgewassen
- Plantaardige voedselsoorten die in een land zelf verbouwd worden.
- voedselvoorziening
- De verkrijgbaarheid van voedsel tegen een bepaalde prijs.
- voedselzekerheid
- Wanneer in een land altijd voor iedereen voldoende voedsel van goede kwaliteit beschikbaar is.
- vruchtbaarheid
- Gemiddeld aantal levend geboren kinderen dat een vrouw in haar leven krijgt.
- wereldsysteem
- De indeling van de wereld in centrum, semiperiferie en periferie.