Hoofdstuk 4 Voca A en B
15keer geoefend
Woorden in deze lijst (84)
Origineel
- les sous
- het geld
- épargner/faire des économies
- sparen
- gérer
- beheren
- mettre de côté
- opzijzetten
- verser de l'argent
- geld storten
- garder
- houden
- l'intérêt
- de rente
- les revenus/les ressources
- de inkomsten
- maîtriser
- beheersen
- équiliber
- in evenwicht brengen
- réduire/diminuer
- verminderen
- définir
- vaststellen
- arriver à
- erin slagen
- les loisirs
- de vrije tijd
- dépenser/les dépenses
- uitgeven/de uitgaven
- l'achat
- de aankoop
- gérer son budget
- zijn budget beheren
- le compte en banque
- de bankrekening
- le rapport à
- het verband met
- discerner
- onderscheiden
- se rendre compte de
- zich realiseren
- décrocher
- (iets) binnenhalen
- avoir tendance à
- de neiging hebben om
- rapporter
- opbrengen
- avouer
- toegeven
- l'entourage
- de omgeving
- entier(-ère)
- (ge)heel
- falloir
- moeten
- reconnaître
- erkennen
- désormais
- voortaan
- pour que
- opdat
- en revanche
- integendeel
- grâcé à
- dankzij
- autant de
- evenveel
- la moitié
- de helft
- en fonction de
- op grond van
- compliqué
- ingewikkeld
- chaque
- elke
- modifier
- wijzigen
- s'adapter à
- zich aanpassen aan
- rendre/créer
- maken
- bouché
- vast
- dense
- dicht
- à l'échelle de
- op de schaal van
- l'outil
- het gereedschap
- à l'infini
- tot in het oneindige
- au bout de
- aan het einde van
- fluide
- vlot
- le moyen
- het middel
- le déplacement
- het vervoer
- le chemin de fer
- de spoorweg
- tel
- zo
- faciliter
- makkelijker maken
- reposer sur
- gebaseerd zijn op
- le comportement
- het gedrag
- performant
- efficiënt
- innovant
- vernieuwend
- habituel
- gebruikelijk
- l'onde
- de golf
- le fil
- de draad
- circuler
- rijden
- suffire
- voldoen
- à travers
- door ... heen
- le matériau
- het materiaal
- allumé/allumer
- aan/aandoen
- éteint/éteindre
- uit/uitdoen
- éclairé/éclairer
- verlicht/verlichten
- l'écran
- het scherm
- effectuer
- uitvoeren
- sonner
- bellen
- étonner
- verbazen
- insérer
- invoegen
- permettre de
- toestaan te
- optimiser
- optimaliseren
- utiliser
- gebruiken
- suivre
- volgen
- augmenter
- toenemen
- les lunettes
- de bril
- l'être humain
- de mens
- améliorer/l'amélioration
- verbeteren/de verbetering
- sensible à
- gevoelig voor
- l'escape
- de ruimte
- remplacer
- vervangen
- quand
- wanneer
