De Geo - Havo - Wonen in Nederland - Hoofdstuk 1
Woorden in deze lijst (44)
Origineel
- benedenloop
- Deel van een rivier of beek vanaf de middenloop tot de monding, waar het verval en de stroomsnelheid over het algemeen gering zijn en waar de sedimentatie groot is.
- binnen dijk
- Het gebied dat tegen overstromingen beschermd wordt door winterdijken.
- bovenloop
- Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het verval, de stroomsnelheid en de uitschuring (erosie) over het algemeen groot zijn.
- buitendijks land
- Het gebied tussen de rivier en de winterdijk dat niet beschermd wordt tegen overstromingen.
- debiet
- De hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. Het debiet wordt uitgedrukt in m3 per seconde. Heet ook waterafvoer.
- delta
- Een gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in veel rivierlopen.
- Deltawerken
- Waterbouwkundig project ter beveiliging van het zuidwestelijke gedeelte van Nederland tegen overstromingen.
- dijk
- Kunstmatige constructie die dient om het achterliggende land tegen overstromingen te beschermen.
- dijkverzwaring
- Het breder en hoger maken van bestaande dijken.
- dwarsprofiel
- Dwarsdoorsnede van een rivier of beek op een bepaald punt.
- grondwateronttrekking
- Het oppompen van grondwater uit de diepere ondergrond.
- infiltratie
- Het in de bodem zakken van water.
- kanalisatie
- Het nemen van drie maatregelen in een rivier of beek: afsnijden van grote bochten, recht trekken, bedijken en aanleggen van stuwen.
- Klimaatverandering
- De verandering op lange termijn van de temperatuur, de neerslag en de wind op aarde.
- krib
- Korte dwarsdam die loodrecht op de rivieroevers is aangelegd.
- lengteprofiel
- Grafische weergave van de hoogte ligging van de loop van een rivier of beek over een bepaald traject, bijvoorbeeld vanaf de bron tot de monding.
- menselijk handelen
- Het bewust en bedoeld ingrijpen van de mens (in dit geval in het landschap, zoals in de natuurlijke loop van rivieren en in kustgebieden).
- onregelmatig neerslagregiem
- Toename van de schommelingen in de hoeveelheid neerslag over een jaar.
- ontbossing
- Het kappen van bossen door de mens.
- ontwatering
- Verlaging van de grondwaterstand door het aanleggen van greppels en/of afvoerbuizen in de grond.
- piekafvoer
- Tijdelijke (extra) hoge waterafvoer van een rivier.
- polder
- Stuk land omgeven door dijken waarin de waterstand bijvoorbeeld geregeld wordt door gemalen en stuwen.
- regiem
- Jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek.
- Rijkswaterstaat
- Overheidsdienst die het beleid uitvoert van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland.
- stroomgebied
- Het hele gebied dat afwatert op een bepaalde rivier.
- stroomstelsel
- Rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied.
- stuw
- Beweegbare dam in een rivier of beek om de waterafvoer te beïnvloeden.
- temperatuurstijging
- Het hoger worden van de temperatuur door natuurlijke of menselijke factoren.
- toekomstscenario’s van het IPCC
- Verschillende scenario’s voor een temperatuurstijging van 1,5 °C, 2 °C, 3 °C of 4 °C die op basis van de huidige kennis over het systeem aarde met behulp van computermodellen voorspellen welke wereldwijde effecten de genoemde temperatuurstijgingen zullen hebben.
- toekomstscenario’s van het KNMI
- Verschillende scenario’s voor een temperatuurstijging van 1,5 °C, 2 °C, 3 °C of 4 °C die op basis van de huidige kennis over het systeem aarde met behulp van computermodellen voorspellen welke effecten de genoemde temperatuurstijgingen in Nederland zullen hebben.
- uiterwaard
- Het gebied tussen de rivier/de zomerdijk en de winterdijk.
- verhang
- Het verval per kilometer (eenheid: m/km).
- verhoogde piekafvoer
- Het hoger worden van de gemiddelde piekafvoer, doordat er grotere hoeveelheden neerslag in kortere tijd vallen dan vroeger.
- versnelde piekafvoer
- Het sneller optreden van de piekafvoer, doordat de neerslag die valt sneller in de rivier terechtkomt dan vroeger.
- verstening
- Toename van het oppervlak aan bebouwing en infrastructuur.
- vertragingstijd
- De tijd tussen het moment dat er in het stroomgebied neerslag valt en het moment van de grootste daardoor veroorzaakte waterafvoer van de rivier.
- verval
- Hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier of beek.
- verzilting
- Toename van het zoutgehalte van de bodem en/of van het grond- of oppervlaktewater.
- waterafvoer
- De hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. Het debiet wordt uitgedrukt in m3 per seconde. Heet ook debiet.
- waterkering
- Een structuur zoals een dam, dijk, duin, stormvloeding of keermuur die (overtollig) water tegenhoudt.
- waterscheiding
- De grens tussen twee stroomgebieden die wordt gevormd door hogere delen in het landschap.
- winterbed
- Het gebied tussen de winterdijken.
- zeespiegelstijging
- Het hoger worden van het zeeniveau.
- zomerbed
- Het gebied tussen de zomerdijken.