Voorbereiding
Het belangrijkste is om vooraf op te schrijven wat je wilt zeggen. Zelfs als je denkt dat je al heel goed bent in Engels, helpt het je om straks meer vloeiend te klinken.
Oefen daarna hardop. Dit helpt niet alleen bij het onthouden, maar je ontdekt ook welke woorden je lastig vindt. Neem jezelf op en luister terug: zo hoor je of je misschien te snel of te langzaam praat.
Vergeet niet feedback te vragen aan anderen. Zij kunnen tips geven die je zelf nog niet had bedacht. En onthoud: oefening baart kunst. Hoe vaker je oefent, hoe natuurlijker je verhaal klinkt.
Zorg dat jij zometeen degene bent die het gesprek leidt, in plaats van alleen maar te reageren op vragen. Maak er echt een gesprek van door meer te vertellen dan alleen het noodzakelijke.
Vertellen over de vakantie
Waar en wanneer
Begin met te vertellen waar je naartoe bent gegaan en wanneer. Gebruik zinnen als "Last summer I went to Spain" of "Two weeks ago I visited Japan". Pas deze zinnen aan zodat ze bij jouw verhaal passen.
Met wie en hoe
Daarna vertel je met wie je bent gegaan en hoe je er bent gekomen. Bijvoorbeeld, "I went with my parents and little brother, we drove all the way" of "We did a roadtrip with the entire family".
Hoe lang en wat heb je gedaan
Vertel ook hoe lang je ergens was en wat je daar hebt gedaan. Gebruik zinnen als "I was in Spain for one week" en "I went swimming and saw dolphins, which was so much fun". Deel wat je het leukst en minst leuk vond, zoals "My favorite thing about Indonesia was the food" of “I didn't like the weather in Egypt, it was so hot!”.
Extra details en toekomstplannen
Voeg wat leuke details toe of vertel over je toekomstplannen. Bijvoorbeeld, "This is the fifth time I visited Spain" of "Next summer, I want to go there again".
Als je niet op vakantie bent geweest
Geen zorgen als je niet op vakantie bent geweest. Je kunt altijd vertellen over andere dingen die je in de vakantie hebt gedaan, zoals "I went swimming all the time because the weather was so hot here".
