Vergelijkingen maken
In het Engels gebruik je bijvoeglijke naamwoorden (adjectives) niet alleen om iets te beschrijven, zoals "She's a nice girl," maar ook om dingen te vergelijken. Bijvoorbeeld: "Utrecht is a nicer city than Amsterdam." Dit gaat allemaal over het aanpassen van de vorm van bijvoeglijke naamwoorden om aan te geven dat iets meer (comparative) of het meest (superlative) is in een bepaalde categorie.
De drie trappen van vergelijking:
Stellende trap: Dit is de basisvorm, zoals nice.
Vergrotende trap (comparative): Hier voegen we iets toe aan het bijvoeglijk naamwoord om twee dingen te vergelijken. Bijvoorbeeld, nicer.
Overtreffende trap (superlative): Dit gebruik je wanneer je aangeeft dat iets in de hoogste (of laagste) mate aanwezig is vergeleken met meerdere dingen. Bijvoorbeeld, nicest.
Hoe pas je adjectives aan voor vergelijkingen?
Eén lettergreep: Voeg -er (voor de vergrotende trap) of -est (voor de overtreffende trap) direct aan het bijvoeglijk naamwoord toe. Voorbeeld: sweet, sweeter, sweetest.
Drie of meer lettergrepen: Gebruik less, more (vergrotende trap) of least, most (overtreffende trap) vóór het bijvoeglijk naamwoord. Voorbeeld: less expensive, the least expensive, more beautiful, the most important.
Twee lettergrepen: Hier wordt het een beetje een keuzemenu. Voor sommige woorden gebruik je -er of -est, en voor andere gebruik je less, more of the least, the most. Een vuistregel is dat als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een klinker en een y (zoals happy), je de y verandert in i en -er of -est toevoegt: happier, happiest.
Let op
Als je gebruikmaakt van de vergrotende trap, vergeet dan niet than toe te voegen na het bijvoeglijk naamwoord. Dus, "heavier than", "more expensive than".
Vergeet niet: je kunt nooit tegelijkertijd -er/-est en more/most gebruiken bij hetzelfde woord.
De uitzonderingen op de regel
Natuurlijk zijn er altijd een paar woorden die zich niks aantrekken van de regels. Woorden zoals good, bad, little, en much veranderen compleet in de vergrotende en overtreffende trap:
Good wordt better en dan best.
Bad wordt worse en dan worst.
Little wordt less en dan least.
Much wordt more en dan most.
Voorbeelden
"Her house is larger than mine." (Large - 1 lettergreep)
"My house is the tallest building in the street." (Tall - 1 lettergreep)
"This is the most expensive meal on the menu." (Expensive - 3 lettergrepen)
