Een oog bestaat uit verschillende onderdelen die allemaal een andere functie hebben. Hierbij kan er onderscheid gemaakt worden tussen het uitwendige deel van het oog en het inwendige deel van het oog. Het uitwendige deel van het oog bestaat uit:
- Harde oogvlies: Het witte deel van je oog dat je in de spiegel kunt zien.
- Iris: Het gekleurde deel van je oog (bruin, blauw, groen of grijs).
- Hoornvlies: Een doorzichtig vliesje om je iris heen.
- Wenkbrauwen: Zorgen ervoor dat vocht en afval langs het voorhoofd lopen en niet in de ogen komen.
- Pupil: Een gat in je iris waar licht doorheen valt.
- Ooglid: Kan open en dicht, waardoor je kunt knipperen.
- Wimpers: Voorkomen dat stofjes in je ogen komen.
- Traanklieren: Produceren traanvocht en horen bij de uitwendige gedeelte van je oog.
- Traanbuis: Voert het vocht af en zorgt ervoor dat je oog niet uitdroogt.
De inwendige bouw van het oog
Het oog bevat nog veel meer onderdelen in het inwendige deel:
- Oogspieren: laten de ogen draaien
- Glasachtig lichaam: geeft het oog stevigheid
- Harde oogvlies: wit en hard
- Hoornvlies: doorzichtig, zodat het licht het oog binnen kan vallen
- Vaatvlies: bevat bloedvaten. Zorgt ervoor dat het oog zuurstof en voedingsstoffen krijgt. Afvalstoffen worden afgevoerd
- Lens: achter iris en pupil, zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
- De blinde vlek: dit is de plaats van het netvlies waar het oogzenuw de oog verlaat. Hier zijn GEEN zintuigcellen te vinden
- Oogzenuw: geleidt impulsen naar de hersenen
- Het netvlies: bevat zintuigcellen. Onder invloed van licht ontstaan er impulsen.
- Gele vlek: hierin vinden we de meeste zintuigcellen. Hier kunnen we het scherpst zien.
De zintuigen die we gebruiken om te kunnen zien
Het netvlies bevat zintuigcellen. Onder invloed van licht ontstaan er impulsen. Er zijn twee soorten zintuigcellen:
- Kegeltjes: Zintuigcellen die kleuren kunnen waarnemen.
- Staafjes: Zintuigcellen die licht en donker kunnen waarnemen.
Hoe werkt je pupilreflex?
Pupilreflex regelt de grootte van je pupil. Bij veel licht wordt de pupil kleiner om minder licht door te laten. Bij weinig licht wordt de pupil groter om zo veel mogelijk licht door te laten.
- Kringspieren: Zorgen ervoor dat je pupil kleiner wordt bij veel licht. De kringspieren trekken bij veel licht samen en de straalsgewijs lopende spieren ontspannen zich.
- Straalsgewijs spieren: Zorgen ervoor dat je pupil groter wordt bij weinig licht. Bij weinig licht ontspannen de kringspieren en de straalsgewijs lopende spieren trekken samen
Hoe het mogelijk is om scherp te kunnen zien en om diepte te kunnen zien?
De lens zorgt ervoor dat we een scherp beeld krijgen op het netvlies. De lens is elastisch en kan platter of boller worden. Hierdoor kunnen we van dichtbij scherp zien maar ook van ver. Het platter of boller worden van de lens wordt accommoderen genoemd.
- Bolle lens: je ziet voorwerpen van dichtbij scherp
- Platte lens: je ziet voorwerpen van ver scherp
